Geslachtsbepaling: wordt het een jongen of meisje?

Volgens een aantal bakerpraatjes is het mogelijk al vroeg in je zwangerschap te achterhalen of je een jongen of meisje krijgt. De algemeen geaccepteerde manier om het geslacht te bepalen is door middel van een echo.

Geslachtsbepaling met behulp van een echo

Vanaf ongeveer 16 weken zwangerschap is met redelijke zekerheid het geslacht van je baby te bepalen. Veel mensen horen bij de 20-wekenecho wat het geslacht is.

Tijdens deze echo wordt gekeken naar lichamelijke afwijkingen, maar zal de echoscopiste vaak ook vragen of je het geslacht wilt weten. De geslachtsbepaling is geen officieel onderdeel van deze echo en de echoscopist hoeft hier dus niet naar te kijken. Als het geslacht niet goed zichtbaar is, wordt hier ook niet uitgebreid de tijd voor genomen.

Kan jij niet wachten tot de 20-wekenecho voor de geslachtsbepaling? Misschien kan je dan de nub-theorie toepassen op de echo van je kindje. Met de theorie kan je soms al tussen de 12 en 14 weken het geslacht van je baby voorspellen.

Kom je er niet uit met de nub-theorie? Dan zijn er nog speciale pret-echo’s, waarmee je het geslacht soms al met 14 weken kan zien. De kans bestaat dan dat het nog niet goed zichtbaar is. Vanaf 17 weken is het bijna altijd goed zichtbaar of je een jongen of een meisje krijgt. Wil je het geslacht van je baby met iedereen delen? Dan is een gender reveal een leuke manier om dit te doen.

Wil je liever niet weten of je een jongen of een meisje krijgt? Geef dit dan door tijdens de 20-wekenecho en mogelijke pretecho’s. Degene die de echo afneemt zal dit dan buiten beeld proberen te houden en het niet vertellen.

Betrouwbaarheid geslachtsbepaling

Doorgaans vertelt de echoscopist het geslacht niet als er twijfel is. De geslachtbepaling is op basis van de beoordeling van degene die de echo afneemt. Hoewel een verkeerde beoordeling zelden voorkomt, blijft het mensenwerk en bestaat de kans op een foutieve geslachtsbepaling.

Zonder echo het geslacht weten?

Er zijn een aantal bakerpraatjes die je kunnen helpen om te bepalen of jij een jongen of meisje krijgt. Deze zijn niet altijd even betrouwbaar, maar wel leuk om over na te denken. Hieronder vind je de bekendste speculaties.

Bakerpraatjes voor een meisje

Heb je last van een ochtendhumeur, worden vooral je billen en gezicht dikker, wordt je haar dunner en loopt de vader veel te ijsberen? Volgens de bakerpraatjes is er een grote kans dat jij een meisje krijgt.

Bakerpraatjes voor een jongen

Ben jij vrolijk in de ochtend, worden vooral je buik en benen dikker, heb je last van koude voeten, schopt je baby je hard tegen je ribben, groeien je nagels sneller, wordt je haar voller, wordt de vader zwaarder en is hij druk aan het klussen in huis? Volgens de bakerpraatjes is er een grote kans dat jij een jongen krijgt.

Hoe komt het geslacht van je baby tot stand?

Door middel van een echo kan je vanaf ongeveer 16 weken weten of jij een jongen of meisje krijgt, maar feitelijk is het geslacht van je baby al op het moment van de bevruchting bepaald. De genen van je kind worden bepaald door de zaadcel en de eicel. De geslachtshormonen bepalen of jouw kindje een jongen of meisje wordt.

Het geslachtschromosoom van de moeder is ‘XX’ en het geslachtschromosoom van de vader ‘XY’. Tijdens de bevruchting wordt een chromosoom van de moeder en een chromosoom van de vader gecombineerd. De moeder geeft je baby dus altijd X mee, de vader een X of een Y. Geeft de vader een X mee, dan wordt het geslachtschromosoom van je baby ‘XX’ en dus een meisje. Geeft de vader een Y mee, dan wordt het geslachtschromosoom van je baby ‘XY’ en dus een jongen.

Kan je beïnvloeden of je een jongen of een meisje krijgt?

De meningen zijn hierover verdeeld, maar er zijn onderzoeken die aantonen dat je met de juiste timing van het vrijen invloed kan hebben op het geslacht. Een zaadcel met het mannelijke Y-chromosoom is namelijk sneller, maar leeft korter dan een zaadcel met het vrouwelijke X-chromosoom. Door rekening te houden met de ovulatiedatum wordt gezegd dat het geslacht te beïnvloeden is.

Ik wil een jongen

Wil je een jongen, dan is het van belang dat een zaadcel met het mannelijke Y-chromosoom de eicel als eerst bereikt. Door vlak voor de eisprong te vrijen, vergroot je de kans dat het snelle Y-zaad als eerst bij de eicel is. Vrij in de 5 dagen voor de eisprong niet om de concurrentie met het vrouwelijke X-zaad te vermijden.

Ik wil een meisje

Wil je een meisje, dan is het van belang dat een zaadcel met het vrouwelijke X-chromosoom de eicel als eerste bereikt. Door drie tot vijf dagen voor de eisprong te vrijen en daarna niet meer, vergroot je de kans dat een zaadcel met het X-chromosoom als eerste bij de eicel is. Het vrouwelijke X-zaad leeft namelijk langer dan het mannelijke Y-zaad en kan de paar dagen tot de eisprong makkelijker overbruggen.

Bakerpraatjes over geslachtsbeïnvloeding

Er zijn ook een hoop bakerpraatjes over hoe je het geslacht van je kindje kan beïnvloeden. Deze methoden zijn niet bewezen, maar er zijn mensen die erin geloven.

Wil je een jongen? Vrij dan bij volle maan, zorg voor een diepe penetratie (‘op zijn hondjes’), zorg voor een orgasme bij de vrouw, zorg dat de man in de dagen voor de vrijpartij flink is uitgeput en laat hem veel koffie drinken.

Wil je een meisje? Zorg dan voor een ondiepe penetratie (missionarishouding), voorkom dat de vrouw een orgasme heeft en zorg dat de man de dagen voor de vrijpartij flink tot rust is gekomen.