23 tips voor als je een jongetje hebt
De opvoeding van een zoon kan verschillen van de opvoeding van een dochter. Er zijn veel dingen die je op dezelfde manier kan aanpakken. Toch kunnen er verschillen zijn. Een kleine handleiding kan daarom prettig zijn. Deze tips wil je niet missen als je een jongen opvoedt.
Noot vooraf
Veel van de tips hieronder kunnen evengoed voor een meisje gelden. Waar jongetje/zoon staat, kan je vaak ook meisje/dochter lezen.
1. Accepteer gescheurde kleding en schoenen
Jongens hebben meer testosteron in hun lijf. Dat maakt ze energieker en beweeglijker dan de meeste meiden. Ze spelen ruwer en stoeien meer. Daarbij geven ze vaak weinig om een gescheurde broek of afgesleten schoenen. Wees er dus op voorbereid dat je zoontje regelmatig met kapotte kleding van de opvang of peuterspeelzaal thuiskomt. Maak hier geen punt van en laat hem lekker ravotten. Groot inslaan van broeken kan handig zijn.
2. Denk bij het verschonen aan de sproeikunst van zijn piemel
Het verschonen van een jongetje vraagt een andere aanpak dan bij een meisje. Er zijn nu niet allerlei plooitjes waar je rekening mee moet houden, maar er is wel een piemel. En die kan aardig sproeien. Op onverwachte momenten. Wees hierop bedacht als je de muren wit en je kleding schoon wil houden. Het piemeltje naar beneden houden richting de luier is een slimme oplossing. Een billendoekje om het fonteintje af te dekken werkt ook.
3. Er komt een dinofase
Bij de meeste jongetjes komt er een dinofase, of je dit nu aanmoedigt of niet. Waar deze grote interesse vandaan komt, weet niemand. Maar het is een leerzame fase. De grote interesse voor één onderwerp zorgt er namelijk voor dat je zoon zich leert concentreren, leert doorzetten en informatie leert verwerken. Wees geïnteresseerd in zijn kennis. Hij vindt het namelijk prachtig om te merken dat hij meer weet dan jij. Het is ook mogelijk dat deze fase zich richt op iets anders, bijvoorbeeld auto’s, prinsessen, de ruimte of bakken in plaats van dino’s.
4. Leer hem goed uitplassen
Wanneer je begint met de zindelijkheidstraining van je zoon, doe je er goed aan hem te leren om zittend te plassen. Dit voorkomt niet alleen gele vlekken overal in de wc, het zorgt er ook voor dat hij zijn blaas helemaal leegmaakt. Jongens die gelijk staand leren plassen, leren dit soms verkeerd aan. Dan wordt de blaas niet goed leeg en is de kans op een blaasontsteking groter. Houd er ook rekening mee dat je zoon later zindelijk is dan je dochter. De meeste jongens doen hier nu eenmaal wat langer over.
5. Prikkel zijn taalontwikkeling
De meeste jongetjes hebben minder interesse in lezen dan meisjes. Stichting lezen somt verschillende onderzoeken op die de verschillen tussen jongens en meiden laten zien als het gaat om lezen. Help hem daarom om met taal bezig te zijn. Voorlezen is de oplossing. Heel veel voorlezen. Zelfverzonnen verhalen vertellen werkt ook. Daarmee kan je perfect aansluiten bij zijn interesses, zodat hij lezen en verhalen als iets leuks ziet. Je kan hier al vanaf ongeveer 8 weken mee beginnen en je hoeft er eigenlijk nooit meer mee te stoppen.
6. Verdiep je in zijn wereld
Vooral voor moeders aan te raden. De wereld van je dochter ken je uit je eigen jeugd. Een jongensjeugd lijkt natuurlijk op die van jou, maar is voor jou toch een beetje onbekend terrein. Verdiep je hierin, zodat je met hem kan meepraten. Doe samen leuke dingen, praat over wat hem bezighoudt en help hem bij zijn hobby. Hij zal je een toffe moeder vinden.
7. Wees je bewust van jullie voorbeeldrol
Jij en je partner zijn de grote voorbeelden voor je zoon. Wees je daarvan bewust. Laat hem zien dat jullie elkaar helpen thuis en dat jullie de huishoudelijke taken eerlijk verdelen. Papa kan ook strijken en mama kan ook iets in elkaar schroeven. Het is slim om hem te leren helpen bij het huishouden, want dat is echt niet alleen iets voor meisjes. Daar heeft hij later zelf ook plezier van.
8. Zorg ervoor dat hij zich bijzonder/uniek voelt
Jouw aandacht is voor je zoon heel belangrijk. Hij ziet jou graag als zijn grootste fan. Zorg er dan ook voor dat hij zich bijzonder en geliefd voelt. Daar groeit zijn zelfvertrouwen van. Je doet dit door zijn passies aan te moedigen, hem complimenten te geven als hij ergens hard zijn best voor doet en door interesse te tonen in wat hij doet.
9. Accepteer piemelgefriemel
De interesse in dat slurfje daar beneden begint al vroeg. Zodra je knul zijn geslachtsdeel heeft ontdekt, zijn hij en zijn kleine vriend onafscheidelijk. Kijk dus niet gek op als hij regelmatig met zijn hand in zijn broek zit te friemelen. Dit is heel normaal en kan je gewoon laten gebeuren. Wel kan je ervoor kiezen om hem te leren op welke plekken en momenten hij zijn handen beter uit zijn broek kan houden.
10. Leer hem om lief en respectvol met meisjes om te gaan
We leven in een wereld waarin mannen en vrouwen nog niet altijd en overal gelijk behandeld worden. Die basis ligt in de opvoeding van jongens en meiden. Nu jij ook een jongetje grootbrengt, is het goed om hem gelijk te leren hoe je met meisjes omgaat. Laat je zoon weten dat meiden evenveel waard zijn als jongens. Dat ze evenveel mogen en kunnen. En dat je lief en respectvol met ze omgaat. Hier hoort ook bij dat hij grenzen van anderen respecteert. Als iemand stop zegt, dan stop je. Niet alleen bij meiden trouwens, ook bij andere jongens en bij dieren.
11. Wees zijn veilige haven
Je zoon gaat graag op ontdekkingstocht. Jongetjes worden hierin door de meeste ouders eerder vrijgelaten dan meisjes. Het is fijn dat je zoon op deze manier veel zelf kan ontdekken. Het nadeel is dat hij ook veel van zichzelf kan gaan verwachten. Als iets niet lukt, kan dat zijn zelfvertrouwen verminderen. Laat hem daarom zijn gang gaan, maar blijf in de buurt. En zorg ervoor dat de omgeving veilig is. Zo kan hij rustig fouten maken, maar ben jij beschikbaar voor hulp. Je kan hem dan helpen om te leren omgaan met zijn gevoelens wanneer het even tegenzit. Kortom: wees zijn veilige haven om naar terug te keren. Niet alleen als hij 4 jaar is, maar ook als hij 16 of 30 is.
12. Niet-jongensdingen zijn oké
Vertel je zoon dat het helemaal prima is als hij van ‘niet-jongensdingen’ houdt. Niet alle jongens zijn gek op auto’s, treinen, dino’s en superhelden. Je zoon kan best een jurk aan en samen nagellak opdoen is ook met je zoon reuze gezellig. Het werkt goed om niet te denken in ‘jongensdingen’ en ‘meidendingen’. Je zoon is vooral een kind, met eigen interesses en een eigen karakter. Als je op deze manier naar hem kijkt, laat je hem weten dat hij goed is zoals hij is.
13. Doe veel dingen samen in de buitenlucht
Je peuter vindt stilzitten waarschijnlijk moeilijk. Hij leert vooral door te doen en door risico’s te nemen. Geef hem die ruimte en doe vooral mee. Dat vindt hij heerlijk. Trek er daarom vaak op uit met hem. In de buitenlucht kan hij van alles uitproberen en raakt hij zijn energie kwijt. Als je samen dingen onderneemt en ontdekt, groeit jullie band daar ook van. Dus leer hem voetballen, in bomen klimmen, hutten bouwen, stoepkrijten of touwtje springen. Neem hem actief bij de hand en doe het samen.
14. Neem altijd een kleine EHBO-kit mee
Je kleine rauwdouwer speelt ruw. Dan gebeuren er weleens ongelukjes. Wees erop voorbereid dat je zoon weleens bloedend of bont en blauw naar je toekomt. Een EHBO-cursus voor kinderen is een slimme keuze. Bereid je erop voor dat je een keer op de eerst hulp terechtkomt met je kind. Wees dan niet te streng voor jezelf. Je bent lang niet de enige ouder die dit overkomt.
15. Vertel hem dat hij alles kan worden wat hij wil
Laat je zoon zien dat je in hem gelooft. Zeg hem dat hij alles kan worden wat hij wil. Of dat nu schoolmeester, dokter, kapper, stylist of werktuigbouwkundige is. Zijn afkomst of geslacht hoeft hem daar niet in tegen te houden.
16. Omring je zoon met verschillende rolmodellen
Het is fijn als je zoon veel verschillende mannelijke en vrouwelijke rolmodellen in zijn leven heeft. Papa/mama, opa’s/oma’s, ooms/tantes, neven/nichten en vriend(inn)en van jullie. Hij leert dan de afwisseling in soorten mannen en vrouwen kennen. Hij ziet stoere, harde kanten, maar ook gevoelige, zachte kanten van mannen en vrouwen. Van jongs af aan leert hij dan veel verschillende mannen en vrouwen kennen.
17. Raak hem lekker vaak aan
Net als je dochter vindt je zoon lichamelijk contact met papa en mama ook heerlijk. Jongens zijn heel lichamelijk gericht. Ze voelen zich door aanrakingen gezien en gewaardeerd. Het zorgt voor verbinding tussen jou en hem. Wees hier dus niet zuinig mee en raak je kleine man vaak aan. Een knuffel, een aai over zijn bol, hand in hand lopen of een hand op zijn schouder. Wordt je zoontje ouder en vindt hij knuffelen niet fijn meer? Dan kan je door stoeien en plagen nog voor lichamelijk contact zorgen.
18. Leer hem voor zichzelf op te komen
Vertel je zoon dat hij voor zichzelf op mag komen. Leg hem uit hoe hij dit kan doen. Wie je ook tegenover je hebt, je mag altijd nee zeggen als je iets niet wilt. Je doet er goed aan om je zoon deze boodschap al vroeg mee te geven. Dan kan hij zich verdedigen als hij op het schoolplein vervelende kinderen tegenkomt.
19. Bedenk dat jongens zich onregelmatig ontwikkelen
De ontwikkeling van een jongetje gaat meer met horten en stoten dan die van een meisje. Bij meisjes gaat dit meer geleidelijk. Houd hier rekening mee en geef je zoon de tijd voor zijn mijlpalen. Vergelijk hem ook niet met leeftijdsgenootjes. Die mijlpalen komen echt wel. Vooral de sociaal-emotionele ontwikkeling gaat wat langzamer dan bij meiden. Je zoon rijpt op dat gebied zo’n 1,5 jaar later dan een dochter. Daar staat tegenover dat zijn ruimtelijk inzicht een stuk sneller ontwikkeld is.
20. Leer hem zijn gevoelens onder woorden brengen
Je zoon vindt het misschien moeilijk om zijn gevoelens in woorden om te zetten. Jongens uiten emoties daarom vaak lichamelijk. Dit verschil met meiden heeft te maken met het testosteron in zijn lichaam. Zolang hij met het lichamelijk uiten niemand pijn doet, is dat prima. Het zal vast weleens gebeuren dat hij wel slaat of schopt. Help je zoon om woorden te geven aan wat hij voelt. Benoem zijn gevoel en leg uit wat hij kan doen in plaats van het slaan of schoppen.
21. Accepteer al zijn emoties, ook de negatieve
Je doet er goed aan om je zoon te leren dat hij negatieve gevoelens mag laten zien. Hij hoeft niet altijd blij en vrolijk te zijn. Boosheid, verdriet en onzekerheid mogen er ook zijn. Net als grote huilbuien en angst. Laat hem zien dat je er altijd voor hem bent, hoe hij zich ook voelt. Benoem zijn gevoelens en probeer er samen over te praten. Probeer daarbij zo goed mogelijk aan te sluiten op zijn leeftijdsniveau. Jij bent zijn grote steunpilaar.
22. Geniet van elk moment, want hij groeit hard
Jongens groeien hard. Je zoon wil ook graag snel groot zijn. Geef hem de kans om bij jou ‘klein’ te zijn wanneer hij dat wil. Geniet ondertussen intens van elk moment, want dat ‘klein zijn’ vliegt voorbij. Voor je het weet torent hij boven je uit en zwaai je hem uit naar de middelbare school.
23. Knuffel hem veel
Geef je zoon dagelijks knuffels. Veel knuffels. En blijf dat zijn hele leven doen. Knuffelen met je zoon is het fijnste wat er is (net als met je dochter).
Auteur Lauri Hanewinckel