De couveuse: waarom en wanneer moet je baby erin?
Als je baby te vroeg geboren wordt, is de kans groot dat hij tijdelijk in een couveuse moet verblijven. Ook erg kleine of zieke baby’s kunnen dit nodig hebben. Wat is een couveuse precies en hoe helpt een couveuse bij de ontwikkeling van je baby?
Wat is een couveuse?
Een couveuse is een afgesloten ‘kamertje’ van plexiglas, bedoeld voor baby’s die nog te kwetsbaar zijn om buiten de veilige warmte van je baarmoeder te functioneren. Dit is meestal zo bij te vroeg geboren baby’s (prematuren), maar een couveuse kan ook vanwege andere redenen nodig zijn. Hoelang je kindje in de couveuse blijft, hangt af van de reden dat hij er in ligt. Dit kan variëren van enkele dagen tot enkele weken of zelfs maanden.
Een couveuse biedt bescherming tegen onder andere infecties en kou. Binnenin kan de temperatuur, luchtvochtigheid en de hoeveelheid zuurstof en het koolzuurgehalte gereguleerd worden. Belangrijke waardes van je baby, zoals de hartslag en temperatuur, kunnen goed in de gaten worden gehouden. De overgang van de baarmoeder naar de echte wereld verloopt zo wat minder heftig.
Wanneer in de couveuse?
Als je baby voor de 37 weken zwangerschap wordt geboren, is hij prematuur. Een te vroeg geboren baby heeft vaak wat hulp nodig om zich aan te passen aan de buitenwereld. Zijn ademhalingspatroon is bijvoorbeeld onrijp en hij kan zijn lichaamstemperatuur nog niet goed op peil houden. In een couveuse kan hij deze lichaamsfuncties eerst goed ontwikkelen voordat hij mee naar huis mag.
Je baby kan ook om andere redenen in een couveuse terechtkomen, bijvoorbeeld als je baby een te laag geboortegewicht (dysmatuur) heeft. Dysmaturiteit komt voor bij baby’s die te vroeg geboren zijn, maar kan ook voorkomen bij een voldragen zwangerschap. Een verschil met premature baby’s is dat de longen en andere organen meestal wel goed ontwikkeld zijn. Alleen op het gewicht moet extra worden gelet.
Tenslotte kan je baby ook baat hebben bij een couveuse wanneer hij ziek is of met een aangeboren afwijking ter wereld komt.
De afdeling Neonatologie
Moet je baby in een couveuse? Dan wordt hij opgenomen op de neonatologieafdeling. Op deze ziekenhuisafdeling liggen pasgeboren baby’s met gezondheidsproblemen. Sommigen liggen in een couveuse, anderen in een gewoon (warmte)bedje. Op de afdeling werken artsen en verpleegkundigen, maar ook andere hulpverleners zoals een lactatiekundige, fysiotherapeut en een maatschappelijk werker.
Er staan allerlei apparaten om de couveuse heen die je kindje ondersteunen. Een monitor registreert de hartactie, ademhaling en het zuurstofgehalte van je kind. Het is mogelijk dat je baby een infuus heeft. Er is een zuurstofapparaat aanwezig om de ademhaling te ondersteunen als dit nodig is.
Je baby verzorgen in een couveuse
Een couveuse is doorzichtig, waardoor je je baby goed kan zien. Je kan hem aanraken via speciale openingen voor je armen. Ook is de couveuse open te klappen om je baby eruit te halen. Hem voeden en knuffelen kan gelukkig gewoon. Het is wel verstandig om dit met de verpleegkundige te overleggen.
Om een goede band op te bouwen met je baby is veel contact tussen jullie beiden belangrijk. Het ziekenhuis betrekt je zoveel mogelijk bij de zorg voor je kleine. Je kan naar je baby toe wanneer je wilt, dag en nacht. Je mag veel zelf doen, zoals de temperatuur van je baby meten en zijn luier verschonen. Hoe sterker je kindje wordt, hoe meer zorg je kan overnemen.
Borst- en flesvoeding geven
Lukt het om borstvoeding te geven aan je te vroeg geboren baby? Dan is dat fijn. Er zitten namelijk stoffen in die de ontwikkeling van zijn darmen, longen en hersenen stimuleren. Ook draagt het geven van borstvoeding bij aan de band met je kleine. Soms is een kindje zo fragiel dat hij (nog) niet kan drinken aan de borst. Je kan dan moedermelk afkolven en fingerfeeden, of de melk via een sonde of een fles geven.
Flesvoeding geven kan ook. De verpleegkundige helpt je hierbij. Ze vertelt hoe je de voeding klaar moet maken, welke speen geschikt is en waar je op moet letten tijdens het geven van een voeding. Ook leer je hoe je de fles moet schoonmaken en uitkoken.
Contact met je baby
Als je baby in een couveuse ligt, is nauw contact met hem lastiger dan wanneer jullie samen thuis zijn. Toch kan je op verschillende manieren contact maken. Je hoeft hem niet altijd vast te houden om hem te laten weten dat je er bent. Tegen hem praten of zingen is ook prettig. Soms is alleen in de buurt zijn zelfs al voldoende. Ook kan je een doekje bij hem leggen dat je op je huid hebt gedragen, zodat je kindje vertrouwd raakt met je geur.
Als je kindje sterk genoeg is, kan je hem uit de couveuse halen om te buidelen. Je baby ligt dan minimaal een half uur met alleen een luier aan op jouw blote borst of op die van je partner. Hij hoort je stem en ademhaling, ruikt je geur en voelt je warmte en aanrakingen. Uit onderzoek blijkt dat dit huid-op-huidcontact goed is voor de hechting tussen jou en je kind.
Ontslag en nazorg
Je baby heeft tijd nodig om sterker te worden en te groeien. Wanneer hij sterk genoeg is, mag je hem mee naar huis nemen. Hij moet zichzelf goed op temperatuur kunnen houden, voedingen zelf kunnen drinken, goed groeien en minimaal 2 kg wegen. Ook zijn hartslag en zuurstofgehalte moeten stabiel zijn.
Naar huis gaan kan best spannend zijn. Ineens moet je het zonder alle medische hulp doen. Soms is en ‘proefperiode’ mogelijk. Je blijft dan nog een dag en een nacht op de afdeling, maar doet alles zelfstandig. Zo kan je rustig wennen aan de nieuwe situatie. Eenmaal thuis kunnen er nog allerlei vragen opkomen. Dit is heel normaal. Schroom dan niet om contact op te nemen met de huisarts of het
ziekenhuis.
Ook kan je gebruikmaken van de couveuse-nazorg. Je krijgt dan nog uitgestelde kraamzorg thuis en je kindje wordt vanuit verschillende vakgebieden (kinderarts, fysiotherapeut, logopedist etc.) begeleid als dit nodig is.