Ongesteld na bevalling: wanneer kan je het verwachten?
Nadat je bevallen bent, duurt het even voordat je weer ongesteld wordt. Hoelang dit precies duurt, verschilt per vrouw. Wanneer word je weer ongesteld na de bevalling? En wat kan je van deze eerste menstruatie na je bevalling verwachten?
Ongesteld na bevalling
Wanneer je weer ongesteld wordt na je bevalling, is per vrouw verschillend. De eerste zes weken na je bevalling verlies je nog bloed. Dit bloedverlies wordt ook wel lochia genoemd. Lochia bestaat naast bloed uit opgebouwd baarmoederslijmvlies dat door je lichaam afgebroken wordt. Het verliezen van bloed komt door de wond die je placenta heeft achtergelaten.
Het bloedverlies neemt langzaam af en duurt een paar weken tot maximaal zes weken. Sommige vrouwen worden meteen hierna ongesteld. Bij andere vrouwen duurt het langer voordat ze weer ongesteld worden na de bevalling. Ook de manier waarop deze eerste menstruatie na de bevalling verloopt, is bij iedere vrouw anders.
Ongesteld na keizersnede
Ben je bevallen door middel van een keizersnede? Dan verloopt het weer ongesteld worden niet anders dan bij een vaginale bevalling. De manier van bevallen heeft namelijk geen invloed op hoe snel je ongesteld wordt.
Wanneer ongesteld na bevalling?
Hoelang het duurt voordat je weer ongesteld wordt na je bevalling, hangt vooral af van de keuze voor borstvoeding of flesvoeding.
Flesvoeding en ongesteld na bevalling
Wanneer je flesvoeding geeft, kan je vijf tot zes weken na de bevalling al ongesteld worden. Als je geen borstvoeding gaat geven, krijgt je lichaam geen seintje om prolactine aan te maken. Je melkproductie stopt dan snel en je gaat eerder terug naar de normale hormoonsituatie. Daardoor word je sneller weer ongesteld na je bevalling.
Krijgt je kindje flesvoeding én borstvoeding? Dan kan je menstruatie na de bevalling wel nog zo’n twee tot drie maanden uitblijven.
Borstvoeding en ongesteld na bevalling
Als je alléén borstvoeding geeft, duurt het vaak langer voordat je weer ongesteld wordt na je bevalling. Tijdens het geven van borstvoeding maakt je lichaam namelijk prolactine aan. Dit hormoon onderdrukt je eisprong. Wanneer je geen eisprong hebt, word je niet ongesteld. Soms is je eerste menstruatie dan pas na een jaar of zelfs langer. Je ongesteldheid kan uitblijven tot je stopt met borstvoeding, minder borstvoeding gaat geven of totdat je stopt met de nachtvoedingen.
Toch worden vrouwen die borstvoeding geven gemiddeld vier tot zes maanden na de bevalling weer ongesteld. In deze periode maakt je kindje waarschijnlijk kennis met vaste voeding. De kans is dan groot dat er meer tijd gaat zitten tussen twee voedingen. Ook gaat je baby vaak langer doorslapen. De tijd waarin je baby niet om borstvoeding vraagt wordt langer. Dit zorgt ervoor dat je lichaam minder prolactine aanmaakt. Hierdoor kan je ongesteldheid weer op gang komen.
Borstvoeding en menstruatie
Geef je borstvoeding en word je ongesteld? Dan kan je menstruatie invloed hebben op je borstvoeding. Dit komt door veranderingen in je hormoonhuishouding die ontstaan wanneer je ongesteld bent. Dit kan voor de volgende veranderingen zorgen:
- Je melkproductie kan wat lager zijn op de dagen rondom je ongesteldheid.
- Je melk kan anders smaken dan normaal, waardoor je baby misschien wat minder drinkt.
- Je kan sneller last hebben van pijnlijke tepels tijdens het aanleggen van je kindje.
- Je borsten kunnen gevoeliger of gezwollen zijn.
- Je toeschietreflex kan wat minder goed werken.
Vaak krijgt je ongesteldheid na een tijdje minder invloed op de borstvoeding. Je merkt bovenstaande veranderingen dan niet meer zo duidelijk. Tot die tijd kan het helpen om je baby zo vaak mogelijk aan te leggen en vaker van borst te wisselen. Zo houd je de melkproductie goed. Voor een betere toeschietreflex kan het helpen om je borsten en tepels te masseren voor een voeding.
Eerste keer ongesteld na bevalling
Bij sommige vrouwen is hun eerste keer ongesteld na de keizersnede of vaginale bevalling weer meteen zoals voor hun zwangerschap. Maar het is ook mogelijk dat de eerste keer ongesteld na je bevalling anders verloopt. Na je bevalling heeft je lichaam tijd nodig om te herstellen. Het duurt bijvoorbeeld nog ongeveer zes weken voordat je baarmoeder haar oude grootte terug heeft. De eerste menstruaties na je bevalling verlopen daardoor soms anders dan je gewend bent. Je kan denken aan de volgende veranderingen:
- De menstruatiekrampen kunnen erger zijn, wat de eerste menstruatie na de bevalling extra pijnlijk kan maken. Ook kunnen de krampen juist minder heftig zijn.
- Je menstruatiecyclus kan onregelmatiger zijn, vooral als je borstvoeding geeft.
- Bij sommige vrouwen is de menstruatiecyclus na de zwangerschap juist regelmatiger dan ervoor.
- Bij het geven van borstvoeding heb je een grotere kans op spotting.
- Je kan meer of juist minder bloed verliezen tijdens je menstruatie.
- Je kan vaker kleine stolsels tegenkomen in je menstruatiebloed.
Eerste menstruatie na bevalling stopt niet
Heb je het idee dat je eerste menstruatie na je bevalling niet stopt? Of verlies je langer dan een week bloedstolsels? Neem dan contact op met je huisarts. Ook als je tijdens je ongesteldheid meer bloed verliest dan voor je zwangerschap is dit verstandig. Je huisarts kan onderzoeken of er iets aan de hand is.
Tampons na je bevalling
Zolang je lochia verliest, kan je beter geen menstruatiecup of tampons na je bevalling gebruiken. De wond die de placenta achtergelaten heeft, is namelijk nog niet genezen. Als je dan tampons gebruikt, is de kans op een infectie groter. Ook is het mogelijk dat je scheurtjes in en rondom je vagina hebt. Een tampon of menstruatiecup kan voor extra irritatie zorgen en de genezing tegenhouden. Verlies je geen lochia meer en ben je weer ongesteld na je bevalling? Dan kan je veilig tampons of een cup gebruiken.
Sommige vrouwen hebben de eerste maanden na de bevalling een grotere maat tampons nodig dan voor hun zwangerschap. Dit komt doordat het geboortekanaal nog wat wijder kan zijn. Ook is je bekkenbodem tijdens je bevalling opgerekt. Dit kan er samen voor zorgen dat je tampon naar beneden zakt. Het trainen van je bekkenbodemspieren kan helpen.
Je kan tijdens de eerste keer ongesteld zijn na de bevalling ook merken dat je juist een kleinere maat tampon nodig hebt. Dit kan gebeuren wanneer je tijdens de bevalling uitgescheurd en gehecht bent. Er ontstaat daarna een litteken. Het littekenweefsel kan ervoor zorgen dat grote tampons niet fijn meer zitten. Merk je dat tampons na je bevalling niet prettig zijn? Gebruik dan wat langer maandverband of maak je kraamverband op, als je dit nog hebt liggen.
Anticonceptie na je bevalling
De ene vrouw is sneller klaar voor seks na de bevalling dan de ander. Wel is het belangrijk om alvast over anticonceptie na je bevalling na te denken. Ongeveer twee weken voor je ongesteldheid gebeurt je eisprong. Vanaf dat moment ben je weer vruchtbaar. Je bent dus al vruchtbaar voordat je daar zelf iets van merkt.
Word je zes weken na je bevalling voor het eerst ongesteld? Dan betekent dit dat je na vier weken weer vruchtbaar bent. Als je niet gelijk weer zwanger wil raken, is het daarom belangrijk om anticonceptie te gebruiken.
Ook wanneer je borstvoeding geeft, kan je weer zwanger raken. Als het menu van je baby compleet uit borstvoeding bestaat en je nog niet ongesteld wordt, is deze kans heel klein. Je hebt dan ongeveer 2 procent kans om toch zwanger te worden. Zodra je minder borstvoeding gaat geven, wordt de kans op een zwangerschap groter. Wil je een nieuwe zwangerschap voorkomen, dan is het ook bij borstvoeding belangrijk om anticonceptie te gebruiken. Je verloskundige kan je meer vertellen over het gebruik van anticonceptie bij het geven van borstvoeding.