Incontinentie: urineverlies na de bevalling
Na je bevalling is het mogelijk dat je regelmatig wat urine verliest, bijvoorbeeld bij hoesten, niezen of lachen. Deze incontinentie is een vervelend ongemak, waar je gelukkig wat aan kan doen. Wat is de oorzaak van urineverlies na je bevalling en hoe wordt het behandeld?
Wat is urine-incontinentie?
Urine-incontinentie betekent dat je je plas niet goed kan ophouden of dat je urine verliest op momenten dat je dit niet wil. Normaal gesproken zorgt de sluitspier van je blaas ervoor dat urine je lichaam niet ongewenst verlaat. De spieren en het bindweefsel van de bekkenbodem ondersteunen de sluitspier hierbij. Bij incontinentie loopt deze samenwerking niet goed of is de sluitspier of bekkenbodem minder sterk. Ook kan de blaas zelf te actief zijn, dit noem je een overactieve blaas.
Er zijn grofweg twee vormen van incontinentie:
- Urge-incontinentie. Deze vorm wordt ook wel aandrangincontinentie genoemd. Je verliest urine op het moment dat je aandrang voelt, bijvoorbeeld wanneer je op weg bent naar het toilet. Je blaas trekt samen en loost de urine op het moment dat dit niet moet.
- Stressincontinentie. Dit wordt ook wel inspanningsincontinentie genoemd. Je verliest urine bij activiteiten die de druk in de buikholte verhogen, zoals lachen, hoesten, niezen, sporten, springen en bukken. Dit treedt vooral op als je bekkenbodemspieren minder sterk zijn of het bindweefsel verzwakt is.
Bij incontinentie na de bevalling is meestal sprake van stressincontinentie.
Incontinentie na de bevalling
Eén op de drie vrouwen heeft last van incontinentie tijdens de zwangerschap. Na de bevalling houdt dit bij veel vrouwen aan. Het is dus helemaal niet gek als je hier last van hebt. Gelukkig herstelt het vaak vanzelf. Een half jaar na de bevalling is het urineverlies bij meer dan de helft van de vrouwen weer verdwenen.
Oorzaak incontinentie na de bevalling
Incontinentie na de bevalling ontstaat als de afsluiting van je blaas niet goed werkt. Dit komt doordat je bekkenbodemspieren en het bindweefsel tijdens de zwangerschap zwakker zijn geworden. Als de bekkenbodem te weinig ondersteuning geeft, werkt het afsluitmechanisme van de plasbuis niet goed.
De bekkenbodem
Je bekkenbodem is een matje van spieren en banden dat onderin je buik gespannen hangt. Het ondersteunt buikorganen zoals je baarmoeder, eierstokken, darmen en blaas en helpt bij het ophouden van urine en ontlasting. Ook voor een normale seksbeleving is je bekkenbodem nodig. Om fijn te kunnen vrijen, moeten deze spieren zich namelijk kunnen ontspannen, zodat de penis naar binnen kan.
Zwangerschapshormonen, zoals relaxine, zorgen ervoor dat de spieren en het bindweefsel van je bekkenbodem en rondom je vagina slapper worden en uitrekken. Hierdoor kan je kindje er makkelijker doorheen tijdens de geboorte. Na de bevalling is dit effect niet zo voordelig meer: de slappere bekkenbodem is niet goed meer in staat om de plasbuis gesloten te houden. Het gevolg is dat je makkelijk urine verliest wanneer de druk in de buik hoog wordt.
Wanneer naar de huisarts?
Vaak verdwijnen incontinentieklachten vanzelf, doordat de spieren van de bekkenbodem zich herstellen. Ook het bindweefsel wordt weer steviger. Als dit niet vanzelf gebeurt, is het goed om hulp te zoeken via de huisarts. Verlies je grote hoeveelheden urine of houdt het langer aan dan drie maanden? Ga dan naar de huisarts.
De huisarts stelt je een aantal vragen en onderzoekt je. Hierbij brengt hij of zij een vinger in de vagina en vraagt je om je bekkenbodemspieren aan te spannen. Soms vraagt de huisarts ook om drie dagen een plasdagboek bij te houden. Zo krijgt deze een goed beeld van de mate van incontinentie.
Schaamte
Veel vrouwen schamen zich en merken dat de kwaal hun sociale leven beperkt en hun dagelijks leven gaat beheersen. Dit is zonde, want meestal is incontinentie goed te behandelen. Wacht dus niet te lang met hulp zoeken.
Incontinentie en borstvoeding
Als je borstvoeding geeft, kunnen de spieren van je bekkenbodem en het bindweefsel daaromheen langer wat zwak blijven. Dit komt doordat je nog niet ontzwangerd bent en sommige zwangerschapshormonen actief blijven als je borstvoeding geeft . Maak je dus niet direct zorgen als het urineverlies aanhoudt. Verdwijnt het niet vanzelf nadat je gestopt bent met borstvoeding, neem dan contact op met de huisarts.
Behandeling incontinentie
Er zijn verschillende behandelopties voor incontinentieklachten. De huisarts bekijkt met jou welke behandeling voor jou het beste is. Dit hangt af van de mate van je klachten. Vaak is bekkenfysiotherapie de eerste keuze, omdat dit bij de meeste vrouwen goed werkt.
Beïnvloedt de incontinentie je dagelijks leven erg? Dan kan de huisarts je direct doorverwijzen naar een gynaecoloog. Deze kan samen met jou de keuze maken voor een van onderstaande opties, zodat je niet (onnodig) lang bij een bekkenfysiotherapeut aan het oefenen bent.
Bekkenfysiotherapie
Met speciale oefeningen kan je je bekkenbodemspieren trainen en weer sterker maken, zodat ze de plasbuis beter afsluiten. Een bekkenfysiotherapeut kan je hierin begeleiden. Deze fysiotherapeut is gespecialiseerd in de bekkenbodem en kan controleren of je de oefeningen goed uitvoert. Als je de oefeningen gedurende langere tijd doet, krijg je meer controle over je bekkenbodem en je blaas. 70% van de vrouwen komt hiermee van haar klachten af.
Let op: dit is de tijd van het jaar dat je kan overstappen van zorgverzekering. Tijdens je zwangerschap heb je andere zorgkosten. Daarom is het verstandig om nu goed naar je zorgverzekering te kijken. Lees hier alles over in het artikel zorgverzekering en je zwangerschap. Je kan zorgverzekeringen bijvoorbeeld vergelijken bij Independer.
Incontinentiebandje
Heb je erg veel last van urineverlies (meerdere keren per week en erg hinderlijk) of helpt bekkenfysiotherapie niet? Dan kom je in aanmerking voor een incontinentiebandje. Door middel van een operatie wordt een kunststof bandje geplaatst onder de plasbuis. Het bandje ondersteunt de plasbuis tijdens drukverhoging zodat hij weer dichtgedrukt wordt door de sluitspier.
Het is een kleine ingreep die onder een roesje, narcose of met een ruggenprik wordt gedaan. De gynaecoloog of uroloog voert deze operatie uit. Het bandje heeft een goed resultaat; 90% van de vrouwen die geopereerd wordt, heeft daarna veel minder klachten.
Medicijnen
Er zijn geen medicijnen die goed helpen bij stressincontinentie. Heel soms wordt oestrogenenzalf voorgeschreven, maar dit werkt vooral bij vrouwen na de overgang. Voor urge-incontinentie bestaan wel medicijnen.
Tips: wat kan je zelf doen?
Naast een juiste behandeling, kan je zelf een aantal dingen doen om je klachten te verminderen.
- Afvallen bij overgewicht. Heb je overgewicht? Dan kan afvallen helpen. De extra kilo’s verhogen de druk in de buikholte, wat de kans op urineverlies vergroot.
- Beperk inname cafeïnehoudende dranken. Koffie en andere cafeïnehoudende dranken leiden tot meer aandrang. Door hier minder van te drinken, kan je overmatige aandrang beperken.
- Normale vochtinname. Het is belangrijk om voldoende vocht (1,5 tot 2 liter/per dag) binnen te krijgen. Minder drinken in de hoop dat je minder urine verliest, is niet verstandig. Dit heeft ook geen effect op je klachten.
- Goede toiletroutine. Ga naar het toilet wanneer je aandrang voelt, stel het niet uit. Tijdens het plassen is het goed om rechtop te zitten en je bekken naar voren te kantelen. Zo plas je de blaas helemaal leeg. Ontspan je bekkenbodem tijdens het plassen en laat je blaas het werk doen. Persen hoeft niet, het kan er zelfs voor zorgen dat je op termijn aandrangincontinentie ontwikkelt.
- Stop met roken. Hoewel er onvoldoende bewijs is dat roken een direct negatief effect heeft op incontinentie, is het wel ongezond voor je lichaam. Stoppen met roken zorgt voor een gezonder en sterker lijf. Daarnaast heb je als je rookt meer kans hebben op longziekten en hoesten. Deze twee problemen zorgen voor meer urineverlies.
- Gebruik een tampon. Heb je vooral last van urineverlies bij bepaalde activiteit, zoals sporten? Dan kan je overwegen om op die momenten een tampon in te brengen. Deze drukt tegen de plasbuis vanuit de vagina en kan zo helpen om je plas op te houden. Doe dit alleen tijdens die activiteiten, continu een tampon dragen is niet de bedoeling.
- Soepele stoelgang. Obstipatie kan incontinentieklachten verergeren. Probeer er daarom voor te zorgen dat je een regelmatige en soepele stoelgang hebt. Voldoende drinken en vezelrijke voeding helpen hierbij.