Zwangere vrouw zit in de overgangsfase van haar bevalling en houdt haar partner stevig vast

De derde fase van de bevalling is de laatste ontsluitingsfase. Soms wordt deze fase niet apart benoemd, maar juist de overgangsfase wordt vaak als heel intens ervaren. Je kan tijdens de overgangsfase al persdrang hebben, maar je mag nog niet persen tot je volledige ontsluiting hebt.

De bevallingsfases:

  1. De latente fase (eerste ontsluitingsfase)
  2. De actieve fase (tweede ontsluitingsfase)
  3. De overgangsfase (laatste ontsluitingsfase)
  4. De uitdrijvingsfase
  5. De nageboorte

De laatste ontsluiting

De laatste loodjes zijn het zwaarst: zeker in het geval van de ontsluiting is dat zo. Je gaat van 8 centimeter naar volledige ontsluiting (10 centimeter). Deze laatste centimeters veroorzaken de meeste druk. Je baarmoeder trekt sterk samen om de baby het geboortekanaal in te kunnen duwen, maar de baarmoedermond is nog net niet ver genoeg opgerekt om het hoofdje door te kunnen laten.

Als de vliezen nog niet spontaan zijn gebroken, zal de verloskundige dat in deze fase handmatig doen. Dit is pijnloos, maar de weeën kunnen daardoor sterker worden.

Weeën tijdens de overgangsfase van de bevalling

De weeën worden heftiger en volgen elkaar in hoog tempo op. Ongeveer elke 2 tot 3 minuten krijg je te maken met weeën van 60 tot 90 seconden. Omdat de baby zwaar op de baarmoedermond drukt, voel je een scherpe pijn. Meestal gaat de ontsluiting in deze fase wat sneller dan in de eerdere fases.

De weeën moet je nu opvangen met de bekende ademhalingstechnieken: wegpuffen! Probeer de pozen tussen de weeën bewust te gebruiken om rustig en normaal adem te halen. Daardoor blijf je kalm en scherp en voorkom je dat je buiten adem raakt of gaat hyperventileren.

Waarom mag ik nog niet persen?

Als je meeperst wanneer er nog geen volledige ontsluiting is kan de ontsluitingsrand vocht opnemen. Deze wordt dan dikker en de laatste centimeters verdwijnen dan heel moeilijk.

Bevallingsbijwerkingen

De laatste fase van de bevalling is intens en kan veel van je lichaam vragen. Daarom kan het zijn dat je tijdens deze fase misselijkheid ervaart en zelfs moet overgeven. Ook kan je gaan trillen of zweten, kan je kramp krijgen en ervaar je wellicht niet meer goed wat er om je heen gebeurt.