Faken doet iedere vrouw weleens
Gepubliceerd -Een week overtijd begint de bevalling eindelijk bij blogger Linsey: '"Het is begonnen!” Een bonzend hart en een grote grijns. Ik kan dit! Met een lap maandverband in mijn broek hups ik de woonkamer in en kruip ik weer terug op mijn skippybal.'
In dit tweede deel van een tweeluik blikt blogger Linsey terug op haar bevalling. Lees in het eerste deel hoe ze het wachten op haar bevalling ervoer.
Ik wil dat je thuisblijft
Om 16:00 uur komt mijn man thuis. Hij ziet lijkbleek.
“Ik ben versleten”, roept hij vanuit de keuken en ploft neer op de bank. Hoelang nog? We stellen elkaar de vraag, zonder een antwoord te verwachten. Morgen word ik gestript. Woensdag heb ik een afspraak in het ziekenhuis.
“Ik wil dat je thuis blijft!” En gelukkig reageren zijn collega’s instemmend.
We eten kippensoep met balletjes. Plastic balletjes. Vanuit de supermarkt in de pan. Normaal draai ik de balletjes van vers gehakt. Nu word ik misselijk van de geur. Dan maar zo. Ik neem een hap en heb dan al genoeg. Het is 18:00 uur en het nieuws start.
Gebroken vliezen
Au. Een pijnscheut in mijn baarmoeder. Instinctief ren ik naar de wc. Flatsj! Dit is geen plasje, maar een flinke golf. Mijn vliezen zijn gebroken. Ik kijk achterom en zie helder vruchtwater liggen. Yes. Fase één goed doorlopen. Ik gil vanaf het toilet naar de woonkamer.
“Het is begonnen!” Een bonzend hart en een grote grijns. Ik kan dit! Met een lap maandverband in mijn broek hups ik de woonkamer in en kruip op mijn geboortebal. Op wat lichte krampen na merk ik nog niet veel. Een verplicht telefoontje naar de verloskundige. Voicemail.
“Mijn vliezen zijn gebroken.” Verder blijf ik enkele seconden stil. Zou ze nog meer informatie verwachten? O ja… “Helder vruchtwater”, voeg ik er nog snel aan toe. Ik hang op.
Geniet nog maar lekker van de weeën
Ik kijk het laatste stukje van het journaal en besluit mijn ouders te bellen. Terwijl ik mijn ouders vertel dat zij op het punt staan om opa en oma te worden, is het ineens leeg op de bank. Mijn man is weg. Even de paniek. Zou hij het niet aankunnen? In de verte hoor ik water kletteren. Iemand snuit zijn neus. Het bekende riedeltje in de badkamer. Hij is zich aan het douchen. En neemt de tijd. Ik ben ongeduldig en verbaasd. Waarom nu douchen? De krampen worden weeën. Regelmatig, met kleine rustpauzes.
De deurbel gaat en ik hoor gestommel op de trap. Hij komt naar beneden. Aftershave dringt mijn neus binnen. Even ben ik jaloers. Schoon lijf, leuk overhemd aan en een zalig geurtje. Ons geurtje. Van de bruiloft. Nu voor de verloskundige.
Hij doet open en een van mijn vier vaste verloskundigen komt binnen. Ik mag gelijk met haar mee naar boven. Op ons bed. Mijn onderbroek mag uit. Vruchtwater wordt gecheckt. Helder! Yes. Ze voelt aan mijn buik tijdens een wee en knikt instemmend.
“Geniet nog maar lekker van je weeën.” Mijn ogen worden groot. “Moet je niet voelen of ik ontsluiting heb?” stamel ik. “Nee hoor meid, je lacht nog, dus zo’n vaart zal het niet lopen.” Ik kleed me weer aan en wandel achter haar aan de trap af. Verbaasd.
Plannen gewijzigd
We zijn weer samen. Ik kijk naar RTL Boulevard, maar volg het niet. De weeën nemen in kracht toe. Geen tijd meer om adem te halen. Twintig minuten na het vertrek van de verloskundige bel ik haar opnieuw. Wisseling van de wacht. De invaller met een stagiaire. Twee vingers naar binnen. Vijf centimeter ontsluiting is het resultaat.
Bevallen in het ziekenhuis was het plan. Plannen gewijzigd. Ik ga nergens meer heen. Ik en mijn skippybal, wij kunnen dit. Ik bounce door mijn centimeters heen. Getroffen door een weeënstorm. Ik hou van tornado’s. Op tv! Niet in mijn buik.
Een sterrenkijker
Met acht centimeter moet ik op bed. Verplicht. Ik wil het niet, maar ik moet. Vanaf dat moment sluiten mijn ogen. Ik wil niemand meer zien. Ik luister en doe wat ik kan. Er komen meerdere mensen binnen. De overdracht vindt plaats aan mijn bed. Ik hoor de wisselende stemmen, maar de kamer voelt leeg. Alsof ik dit alleen doe.
Inmiddels staan er vijf volwassenen om mij heen. Ik mag persen. Eindelijk! Alsof je moet poepen. De keutels vliegen in het rond. De sorry’s ook. Van mijn kant. In bed, op de baarkruk, hurkend en zittend. Bij iedere perswee kruipt mijn dochter een stukje omhoog. Het personeel aan mijn bed wordt strenger en begint te smoezen. Ik heb mijn ogen dicht, maar ik hoor alles. Opnieuw onzeker.
“We gaan een ambulance bellen.” De baby ligt verkeerd: een sterrenkijker. Nooit van gehoord. Ook niet tijdens de pufcursus. Snel aankleden en naar beneden. Tussen twee persweeën door hups ik de trap af. Mijn trainingsbroek is alweer zeiknat. Waar komt dat vruchtwater allemaal vandaan?
Met de ambulance
Ik wacht aan de keukentafel met een badjas over mijn hoofd. Bijtend in een rugleuning. Er is geen ambulance beschikbaar. Boos worden lukt niet meer. Ik blijf persen. Staand heb ik het nog niet geprobeerd. Na 45 minuten komen de gele mannetjes binnen. Helemaal vanuit Barendrecht. Ik mag op de brancard en word vastgebonden. Ik lig te puffen in de ambulance. Onderweg bevallen is geen optie.
Eenmaal in het ziekenhuis gaat het snel. Gynaecologen, verpleegsters, verloskundigen, een arts en een verloskundige in opleiding. En de vacuümpomp.
Ik mag nog een aantal keer op eigen kracht persen. Zelfs de haartjes zijn niet meer te zien. Ze is bang. Ik ben bang. Haar hartslag wordt steeds trager. De gezichten staan bedenkelijk, bezorgd. De mechanische ontstopper verdwijnt in mijn ontsluiting. Bij iedere perswee mag ik persen. Terwijl zij meetrekken aan haar hoofd. Er is ruimte nodig. Er wordt een nooduitgang geknipt. De arts in opleiding valt flauw. Ik krijg er niets van mee. Ik blijf duwen. Drukken. Persen.
“Na de volgende perswee gaan we de operatiekamer in orde maken.”
Faken
Die zijn gek! Ik ben al bijna negen uur keihard aan het werk. Ik ben beurs, versleten en in model geknipt. Er komt geen keizersnede aan te pas. Mijn kind gaat er nu uit. Let maar op!
Na ruim drie uur actief persen zijn mijn persweeën op. Maar faken doet iedere vrouw weleens. Ik ook. Zodra ik wat lichte kramp op voel komen, geef ik een signaal. De verloskundigen trekken mijn knieën op. Ik duw mijn kin naar mijn borst, neem een hap lucht en duw alles mijn lichaam uit. Mijn nagebootste perswee blijft een stuk langer hangen. Maar niemand vindt het vreemd. Of heeft het door. Ik pers vier keer in één wee.
“Het hoofdje is geboren.” Eindelijk durf ik mijn ogen te openen. Het is opnieuw helemaal stil om me heen. Ik kijk naar haar en ik weet dat ze de allermooiste is.
Ik realiseer me dat ik iedereen nog een keer voor de gek moet houden. Ik wil haar vasthouden en nooit meer loslaten. Ik laat mijn hoofd in het kussen vallen. Ik neem een hap lucht en duw haar prachtige lijfje de wereld in. Ze is geboren. Mijn dochter. Twaalf volwassenen zijn getuige.
Blogger Linsey
Ha! Ik ben Linsey. 33 jaar oud en overal en altijd op zoek naar mijn lievelingswoord. Ik schrijf graag over mijn zwangerschap en de bevalling, ook op mijn blog. Maar het allerliefst natuurlijk over mijn dochter Sharaï. De roze wolk. De onzekerheden. De kracht en het oerinstinct. En waarom ik alles over heb voor die glimlach op haar gezichtje. Mijn reis van wens naar vervulling. Reizen jullie mee? Lees alle blogs van Linsey >