Deel 3: Benen wijd en sokken aan
Gepubliceerd -In dit derde deel van de blogserie vertelt Linsey over de ingreep die ze moest ondergaan na een negatieve uitslag van het uitstrijkje.
Knikkende knieën
‘U mag komen liggen, mevrouw.’ Ik heb me van onderen uitgekleed en ik mag plaats nemen op de inmiddels bekende stoel met beugels. De stoel staat afgeschermd van de spreekkamer waar Tim geduldig zit te wachten. Ik heb mijn sokken aan gelaten, omdat ik eigenlijk niet goed weet hoe het ervoor staat met mijn rood gelakte teennagels. ‘Mijn voeten zijn steenkoud,’ lieg ik dan maar.
Ik slof wat ongemakkelijk richting de gynaecoloog en ik stel me voor aan de assistente. In tegenstelling tot artsen, dragen assistentes wél een voornaam in het ziekenhuis. Ze stelt zich voor als Thea, en ze kijkt me vriendelijk aan.
‘Hoe staat het met de zenuwen?’ vraagt ze me, als ik in de stoel ben gekropen. Thea ontfermt zich over mij en laat haar zachte hand op mijn knie neerdalen. Door de trilling in haar arm zie ik dat mijn knieën knikken en beven. Ik vertel haar dat ik vooral opzie tegen de verdovingsprikken. Vier stuks in dit geval. Ik maak de vergelijking met mijn eerdere verdovingen bij de kaakchirurg. Het idee dat deze gemene prikken binnen enkele minuten mijn poes bereiken, zorgt voor liters angstzweet onder mijn oksels.
Spuit tussen mijn benen
‘Ik hoor net dat je een dochtertje hebt. Hoe oud is ze?’ Thea kijkt me vanaf de zijlijn aan en wrijft bemoedigend over mijn knie. Trots vertel ik over mijn kleine meid van zes en vrijwel automatisch praat ik over de zwangerschap en mijn bevalling. In de verte hoor ik de gynaecoloog vertellen dat zij de baarmoedermond aanstipt met jodium. Niet veel later ontdek ik de grote spuit tussen mijn gespreide benen. Ik knijp mijn ogen dicht en ik neem een diepe hap lucht. Het gynaecologisch duo begint smakelijk te lachen. ‘Sadisten,’ denk ik nog.
‘Mevrouw, uw baarmoedermond heb ik al verdoofd. U gaat vanaf nu niets meer voelen.’ Ik kijk van de een naar de ander en weer terug. Ik voel mijn lichaam ontspannen en ik plaats mijn samengeknepen handen plat op mijn buik. Thea kijkt me wat beschaamd aan. ‘Het afleiden heeft geholpen. Je bent er goed in’, zeg ik met een glimlach.
Kegelvormig stukje weefsel
Ik zie dat de assistente op hetzelfde moment een potje opendraait en een kegelvormig stukje weefsel in ontvangst neemt. ‘Ook dat is achter de rug. Nu moet ik de wond alleen nog even dichtbranden.’ De stem komt tussen mijn benen vandaan en de afzuiger wordt geactiveerd. Als dít het is, dan doe ik straks ter plekke een dansje achter het gordijn. Met een lap maandverband tussen mijn benen.
Flap maandverband
Het dichtbranden van de wond is een ware klus. Overal zie ik dotten gaas en bloed. Maar ondanks de verwoede schroeipogingen is er van een kampvuur down under geen sprake. De beloofde rookpluimen blijven uit en ik bedenk me dat ik andere uitdrukkingen zal moeten vinden voor mijn nieuwe blog en verdere verhalen.
Er wordt wat zilvernitraat gebruikt en opnieuw duwt de gynaecoloog een prop gaas mijn schede in. ‘Volgens mij is het goed zo,’ zegt ze dan. ‘U mag even komen zitten en allebei de voeten tegelijk op de grond zetten.’ Ik doe wat mij gevraagd wordt en ik voel me goed. Of misschien is verlost een beter woord.
Achter het gordijntje plak ik een flap maandverband in mijn onderbroek en ik wandel heel stoer terug naar de spreekkamer, waar Tim nog op me zit te wachten. Geen pijn. Geen kramp. Niets aan de hand.
De gynaecoloog vertelt dat alles volgens plan is verlopen, maar dat ik wel wat meer last kan hebben van bloedverlies. Ik kan er niets aan doen, maar in plaats van oogcontact te maken met mijn arts, blijf ik staren naar het vlezige ijshoorntje in een potje. Het stukje weefsel, drijvend op sterk water.
Huppelend het ziekenhuis uit
‘Over twee weken krijgt u de uitslag en dan volgt er over zes maanden opnieuw een uitstrijkje. Voor de komende vier weken moet u er rekening mee houden dat u niet in bad mag, beter even niet kan sporten en geen tampons kan gebruiken.’ Ik knik instemmend en ik wil opstaan als de gynaecoloog even kort haar keel schraapt.
Ze zoekt oogcontact met mij en dan schieten haar ogen naar Tim. Als ik me niet vergis kleuren haar wangen een beetje. ‘Het is ook niet toegestaan om in deze periode gemeenschap te hebben.’ Ik schiet in de lach en ik vraag me tegelijkertijd af wie daar überhaupt zin in heeft, als je doos zojuist half gecremeerd is. ‘We zullen ons gedragen,’ zeg ik met een glimlach op mijn gezicht. Bij de balie maak ik een belafspraak voor de uitslag en bijna huppelend lopen we het ziekenhuis uit. Op naar een volgend hoofdstuk!
Blogger Linsey
Ha! Ik ben Linsey. 33 jaar oud en overal en altijd op zoek naar mijn lievelingswoord. Ik schrijf graag over mijn zwangerschap en de bevalling, ook op mijn blog. Maar het allerliefst natuurlijk over mijn dochter Sharaï. De roze wolk. De onzekerheden. De kracht en het oerinstinct. En waarom ik alles over heb voor die glimlach op haar gezichtje. Mijn reis van wens naar vervulling. Reizen jullie mee? Lees alle blogs van Linsey >