Vind jouw babynaam
Joost
-
- 11 jongens kregen deze naam (#983)
-
- Ervaren in de strijd, Pijlen bevattend, Rechtvaardig, Rechtschapen
Wat vind jij van Joost?
Deze kenmerken vinden jullie passen bij Joost
Wat vind jij?
Welke kenmerken vind je bij Joost passen?
Meerdere opties mogelijk
Herkomst en betekenis Joost
Joost is een jongensnaam die afkomstig is van Jodocus, maar het zou ook een variant van Justus kunnen zijn.
Jodocus is een Bretonse naam die betekent ‘ervaren in de strijd’. Men verbond de naam ook wel aan het Griekse woord ‘iodokus’, dat ‘pijlen bevattend’ betekent. Justus komt uit het Latijn en betekent ‘rechtvaardig, rechtschapen’.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app
Aantallen en varianten Joost
In onderstaande grafiek staat per jaar het aantal keer dat Joost als babynaam is gegeven.
Aantal keer dat de naam Joost per jaar gegeven is
- Jongens
- Meisjes
Joost komt ruim 22.000 keer voor, meestal als eerste naam. Vanaf ongeveer 1970 nam de populariteit van deze naam snel toe, maar al rond 1980 nam het gebruik van de naam Joost langzaam weer af.
Joyce stamt via de tegenwoordig nog maar nauwelijks gebruikte naam Josse af van Jodocus. Tot aan de veertiende eeuw was deze naam in gebruik als jongensnaam, tegenwoordig is het een meisjesnaam. In totaal zijn er 22.000 vrouwen die Joyce heten.
Evenals Josse wordt ook Jodocus tegenwoordig vrijwel niet meer gebruikt. Wel komt af en toe Judocus voor. Er zijn ongeveer 800 mannen met deze naam.
Ook de namen Justus en Justin zijn afgeleid van Joost. Justus komt ongeveer 2.000 keer voor. Justin is een erg populaire naam. Er zijn ongeveer 12.000 mannen en jongens die deze naam dragen. De afkorting Just komt bijna 600 keer voor.
Wetenswaardigheden Joost
Joost van den Vondel (1587-1679) was een Nederlandse dichter en toneelschrijver. Het Vondelpark in Amsterdam is naar hem vernoemd. In zijn werk oefende hij vaak kritiek uit op de staat, bijvoorbeeld op de terechtstelling van Johan van Oldenbarnevelt.
Sommige van zijn toneelstukken waren bijzonder populair, zoals Gijsbrecht van Aemstel. Jarenlang werd dit op nieuwjaarsdag opgevoerd. Pas in de jaren zestig van de twintigste eeuw nam de populariteit ervan af, maar ook in de jaren daarna werd het stuk nog wel opgevoerd.
