Je baby weigert de fles: wat kan je doen?
Ga je binnenkort weer aan het werk, maar geef je nog volledig borstvoeding? Dan kan het handig zijn om je baby alvast te laten wennen aan de fles. Sommige kindjes hebben moeite met de overgang van borst- naar flesvoeding en kunnen zelfs weigeren om uit een fles te drinken. Wat kan je doen als je zo’n flesweigeraar hebt?
Je baby weigert de fles: waarom?
Als je baby weigert te drinken uit de fles, kunnen daar verschillende redenen voor zijn. Hij geniet bijvoorbeeld van de borstvoeding en heeft geen zin om, als hij honger heeft, iets nieuws te leren. Lactatiekundigen zien daarnaast vaak dat ouders te laat beginnen met oefenen.
Door de nadruk op borstvoeding, sta je er misschien niet bij stil dat je je baby ook moeten laten wennen aan de fles. Het consultatiebureau brengt dit niet altijd standaard ter sprake. Sommige moeders zijn ook bang voor de tepel-speenverwarring bij hun kindje en durven daarom niet met een flesje geven te oefenen.
Het komt inderdaad voor dat baby’s geen borst meer willen als ze eenmaal een fles hebben geproefd. Dat gebeurt echter vooral in de periode dat de borstvoeding nog op gang moet komen. Meestal is dat de eerste vier weken. Daarna zou je kindje de speen en de tepel probleemloos met elkaar moeten kunnen afwisselen.
Oefenen met flesvoeding
Wanneer je laat begint met oefenen, wordt het voor je kindje moeilijk om uit de fles te leren drinken. De eerste weken drinkt je baby namelijk met behulp van reflexen. Voor de borst heeft hij een happende reflex en voor de fles een zuigreflex.
Uit een fles drinken is een heel andere techniek dan aan de borst drinken. Als je beide reflexen in de eerste acht tot twaalf weken niet genoeg stimuleert, kan het gebeuren dat je kindje zijn zuigreflex kwijtraakt en na drie maanden niet meer weet hoe dit moet.
Oplossingen voor als je baby niet drinkt
Sommige kindjes drinken de eerste keer probleemloos hun fles leeg, maar weigeren een paar weken later alsnog. Je kan daarom het beste elke dag even oefenen. Hoe eerder je kindje aan een fles went, hoe beter. Zo pak je dat aan:
- Begin op tijd met oefenen. Start met oefenen als je baby 4 tot 6 weken oud is. Je hoeft niet over te stappen op kunstvoeding: moedermelk kan ook gewoon in een fles. Kolf daarvoor elke dag een beetje melk af (het beste is na de ochtendvoeding, want dan heb je meestal wat overproductie).
- Kies een goed moment. Geef de fles als je baby als hij nog niet zo’n honger heeft en vrolijk is. Dan is de nood nog niet zo hoog en staat je kindje er meer voor open om wat nieuws te leren.
- Geef eerst kleine beetjes. Begin met 20 of 30 ml om te kijken hoe dat gaat. Het zou zonde zijn als je een hele fles moedermelk opwarmt en het vervolgens moet weggooien. Bovendien is de opgave voor je baby dan niet zo groot.
- Geef de fles niet zelf. Laat, als dat kan, iemand anders de fles geven en blijf zelf uit het zicht. De kans is groot dat je baby het flesje dan eerder accepteert. Je kindje associeert mama namelijk met borstvoeding: als jij opeens met een fles aankomt, kan hij daarvan in de war raken en weigeren. De borst is immers zo vlakbij! Je kan het in het begin daarom beter aan je partner of de oppas overlaten.
- Breng regelmaat aan. Gaat het aardig? Probeer dan na een paar keer oefenen een vast voedingsschema aan te houden, bijvoorbeeld elke middag. Zo kan je kindje eraan wennen dat hij de fles krijgt op de tijden dat jij straks op je werk bent.
- Houd vol en wees geduldig. Blijf de fles aanbieden, ook als je baby keer op keer blijft weigeren. Het is niet aan te raden om enkele dagen te stoppen met de fles geven en het daarna opnieuw te proberen. De kans is groot dat je dan weer van voren af aan moet beginnen.
- Vermijd stress. Je maakt je misschien zorgen over je kleine flesweigeraar. Probeer toch rustig te blijven. Als jij gestrest raakt, merkt je baby dat ook en dat maakt het nog moeilijker. Maak er een fijn en liefdevol moment van door te praten tegen je baby of zachtjes te zingen.
- Forceer niet. Blijven proberen is goed, maar dwing je kindje niet als hij weigert. Dan bestaat de kans dat hij een echte aversie tegen de fles ontwikkelt.
Alternatieve methoden van voeden
Lukt het je baby echt niet om uit de fles te drinken? Dan zijn er ook andere methoden om hem te voeden.
- Fingerfeeding. Druppel telkens wat melk op je pink en laat je baby op je vinger zuigen. Op deze manier kan je baby kennismaken met een andere methode van voeden dan de borst.
- Cupfeeding. Wil je baby geen pink, dan kan je een babycup proberen. Dit is een klein drinkbekertje voor baby’s dat bijvoorbeeld ook wordt gebruikt voor kindjes die te vroeg zijn geboren. Een klein lepeltje kan soms ook werken.
- Combineer werk en borstvoeding. Als je eenmaal aan het werk bent, kan je overwegen om voor de voedingen naar het kinderdagverblijf te gaan. Dat kan helaas alleen als je dichtbij het kinderdagverblijf werkt. Daarnaast geeft het wellicht veel stress en onrust, maar bedenk: alles is tijdelijk.
- Start vroeg met de eerst hapjes. Begin, als laatste redmiddel, eerder met het geven van groente en fruit, zodat je baby went aan vast voedsel. Je kan de moedermelk ook door de pap roeren en het op die manier aan je baby geven. Doe dit wel in overleg met het consultatiebureau, je baby moet hieraan toe zijn.
Zorgen om je flesweigeraar
Maak je je zorgen om je flesweigeraar, kijk dan eens goed naar hoe het met je baby gaat. Groeit hij goed en ontwikkelt hij steeds nieuwe vaardigheden, dan is het niet waarschijnlijk dat hij veel voeding tekortkomt. Zie je dat dit verandert of stelt dit je niet gerust, bespreek je zorgen dan op het consultatiebureau of met de huisarts.