Verslikking en verstikking bij een baby: wat te doen?
Jonge kinderen stoppen graag van alles in hun mond. Dat kan gevaarlijk zijn, want bij het doorslikken kunnen voorwerpen vast blijven zitten in de keel. Maar ook tijdens het eten kan er weleens iets mis gaan. Wat kan je het beste doen als je baby zich verslikt? En wat moet je doen als er sprake is van verstikking?
Verslikking of verstikking?
Er is een verschil tussen verslikking en verstikking. Het kan er akelig uitzien als je baby zich verslikt. Toch hoef je pas actie te ondernemen zodra er sprake is van verstikking. Wanneer een baby zich verslikt, gaat hij hoesten. Zolang dit lukt, is je baby niet aan het stikken. Laat hem daarom hoesten en grijp niet in. Ga ook niet op het ruggetje kloppen of slaan, want dat kan de hoestprikkel negatief beïnvloeden. Blijf wel bij je kindje en wacht de hoestbui af.
Hoe zorg je dat je weet wat je moet doen als je kind stikt?
Als je kindje stikt, is dat behoorlijk eng. Door een EHBO-cursus weet je wat je moet doen en blijf je kalm. Zo kan je je kleine beter helpen. Ben je aanvullend verzekerd? Dan krijg je vaak (een deel van) de kosten vergoed!
Zolang je baby hoest, gaat er nog lucht in en uit. Bij verstikking is dit niet meer het geval. Je kan verstikking herkennen aan de volgende punten:
- Je baby stopt met hoesten
- Je baby is benauwd
- Je hoort een stikkend geluid en mogelijk een piepende ademhaling
- Waarschijnlijk zie je paniek in zijn ogen
- Je baby kan rood of blauw aanlopen
- Je baby raakt mogelijk bewusteloos
Voordat je direct ingrijpt, wacht je enkele seconden af. Veel baby’s en kinderen kunnen verstikking namelijk zelf nog corrigeren. Gebeurt dat niet, dan moet je eerste hulp gaan verlenen.
Eerste hulp als je baby stikt
Natuurlijk is het eng als je kindje overgaat van zich verslikken naar stikken. Probeer toch rustig te blijven en denk aan de eerste vier stappen van de EHBO. Als je kindje niet meer kan hoesten, bel dan gelijk 112. Zij kunnen je begeleiden en adviseren hoe je het beste in deze situatie handelt. Indien nodig kunnen zij ook alvast medische hulp jouw kant op sturen.
Verricht dan de volgende handelingen:
- Baby in buikligging op je onderarm. Neem je baby in buikligging op je onderarm en pak zijn kaaklijn vast. Let op dat je hem niet bij zijn keel vastpakt.
- Onderarm op bovenbeen naar beneden gericht. Ga op het puntje van je stoel zitten, leg je onderarm met daarop je kindje op je bovenbeen, zet je voet op de grond en laat je voet naar voren wijzen. Op deze manier hangt je baby iets naar beneden.
- Vijf stoten tussen de schouderbladen. Sla vijf keer met de hiel van je hand tussen de schouderbladen van je baby. Pas op dat je niet het hoofd van je baby raakt. Let op of de verstikking verholpen wordt.
- Geen effect, draai je baby dan om. Lukt het niet na vijf keer? Draai je baby om en leg hem op zijn rug neer op je been. Het is dezelfde houding als in stap 2, maar nu ligt je baby op zijn rug.
- Vijf borststoten. Nu voer je met twee vingers vijf borststoten uit: deze zijn iets steviger dan borstcompressies die tijdens het reanimeren worden uitgevoerd, maar zijn minder snel: een per seconde.
- Slaagt dit niet, dan stappen herhalen. Lukt dat niet? Dan draai je je baby weer om in buikligging en herhaal je stap 3.
- Bij bewusteloosheid, reanimeren. Ga net zo lang door met het slaan tussen de schouderbladen en de borststoten tot je kindje gaat hoesten en weer bijkomt of tot hij bewusteloos raakt. Als dit gebeurt, moet je reanimeren.
- Bij bijkomen of gaan hoesten, stoppen. Stop meteen met het slaan tussen de schouderbladen of de borststoten als het voorwerp uit zijn mond valt.
- Controle door een arts. Laat na afloop je baby altijd controleren door een arts. Er bestaat een kans dat er van binnen iets beschadigd is.
Verstikking bij een ouder kind
Er zijn een aantal verschillen bij het verlenen van eerste hulp bij verstikking als het gaat om een wat ouder kind:
- Bij een baby pak je de kaaklijn vast, maar bij een ouder kind hoef dit niet meer. De nekspieren zijn dan al sterk genoeg ontwikkeld.
- Het oudere kind is te groot voor op je onderarm. Je kan hem over je knie leggen en de schouder vasthouden. Daarna sla je op dezelfde manier als bij een baby met de hiel van je hand tussen de schouderbladen.
- Lukt dat na vijf keer niet? Dan ga je rechtop met je knieën op de grond zitten en houdt je het kind met zijn rug tegen je buik.
- Je voert vijf buikstoten uit: plaats je duim onder je wijsvinger en plaats die hand onder de ribbenboog van het kind. Je stoot schuin naar boven. Let op: voer deze buikstoten nooit uit als het kind nog hoest, ademt of spreekt. En pas ze niet toe bij kinderen jonger dan één jaar. Zorg er daarnaast voor dat je onderarmen horizontaal in de taille (zachte gedeelte) van je kind lopen en niet schuin omhoog over de ribbenkast.
Verslikking en verstikking voorkomen
Natuurlijk is het beter om te voorkomen dat je kindje zich verslikt of zelfs stikt. Wees daarom voorzichtig met de volgende dingen.
Etenswaren
Voedsel veroorzaakt de meeste verslikkingsongevallen. Let vooral op alles wat rond en glad is, zoals druiven en cherrytomaten. Zachte dingen kunnen vervormen en de luchtpijp afsluiten. Snijd deze altijd in vieren tot je kindje vijf jaar is. Vanaf die leeftijd kunnen ze gecontroleerder slikken.
Vergeet ook knakworsten niet. Die zijn even groot als de luchtpijp en zijn zacht, dus kunnen vervormen. Snijd knakworstjes daarom altijd in de lengte doormidden en daarna in stukjes van een centimeter. Blijf er altijd bij als je kindje aan het eten is en houd snoepjes buiten bereik van je baby. Lees meer over voedsel met verstikkingsgevaar >>
Speelgoed
Speelgoed voor kinderen onder de 3 jaar is zo gemaakt dat het niet kan worden ingeslikt. Koop daarom speelgoed dat is afgestemd op de leeftijd van je kindje.
Blijf ook altijd zelf goed opletten. Geef geen speelgoed wat door een wc-rolletje past of speelgoed met losse onderdelen. Denk ook aan speelgoed van eventuele oudere broertjes en zusjes. Dingen die uit meerdere onderdelen bestaan en speelgoed zoals lego, blokjes, poppetjes, ballonnen en bordspellen vormen een groot verstikkingsgevaar voor baby’s.
Losse deeltjes van voorwerpen en andere kleine voorwerpen
Denk bijvoorbeeld aan het batterijklepje van de afstandsbediening. Deze kan je voor de zekerheid afplakken. Ook muntjes, paperclips, batterijen, knopen, gereedschap en knoopcelbatterijen in speelgoed zijn gevaarlijk. Houd dit veilig buiten bereik van je kindje. Knoopcelbatterijen kunnen naast verstikking ook inwendige chemische brandwonden veroorzaken. Vermoed je dat je kindje een batterij heeft ingeslikt? Bel dan altijd meteen 112.
Cursus EHBO bij baby’s en kinderen
Wil je echt goed voorbereid zijn op het geven van eerste hulp bij je kindje? Dan is het aan te raden om een cursus EHBO te volgen. Er worden cursussen speciaal voor EHBO bij baby’s en kinderen gegeven. Je kan bijvoorbeeld thuis een cursus volgen via het EHBO Bureau. Wij helpen je vast op weg door uit te leggen hoe je kan reanimeren en een AED kan gebruiken.