Je baby kan finger foods eten
Het eerste half jaar bestaat het dieet van je baby voornamelijk uit melk. Daarna is het tijd voor een afwisselender menu: je kan beginnen met het aanbieden van vast voedsel, waaronder finger foods.
Vast voedsel
Wanneer je baby tussen de 4 en 6 maanden oud is, kan je beginnen met zijn eerste hapjes naast de borst- of flesvoeding. Dit kunnen gepureerde hapjes zijn, maar vanaf ongeveer 7 maanden kan je ook kleine stukjes eten, oftewel finger foods aanbieden. Het is handig om te beginnen met het aanbieden van hapjes die makkelijk te kauwen zijn voor je kleintje, zoals stukjes banaan.
Finger foods voor je baby
Onder ‘finger foods’ verstaan we alle hapjes die je kleine zelf kan oppakken. Let wel op met alles wat rond en glad is, zoals druiven en cherrytomaatjes. Dit levert verstikkingsgevaar op. Snijd deze daarom altijd in vieren. Bekijk de lijst met voedsel met verstikkingsgevaar om zeker te weten bij welk voedsel je alert moet zijn.
Natuurlijk geef je je kleine ook het liefst gezonde opties. Wat kan je je kindje zoal voorschotelen?
- Stukjes groenten. Denk aan tomaat en komkommer. Maar ook aan aardappel, broccoli en paprika. Deze groenten moeten wel goed gaar zijn.
- Stukjes fruit. Denk er wel aan om in het begin alle pitten te verwijderen.
- Graanproducten. Je kan kiezen voor stukjes (geroosterd) brood of rijstwafel.
- Stukjes (goed gekookte) pasta.
- Stukjes gestoomde of gebakken vis.
Wat kan je je baby nog beter niet geven?
- Zout, suiker en kruiden. Voeg ze nog niet toe aan zijn eten en geef je baby zo min mogelijk producten waar deze in verwerkt zijn.
- Mais en noten. De kleine korrels en ronde noten kunnen makkelijk in zijn keel schieten.
Nut van finger foods
Behalve dat ‘finger foods’ erg gezellig klinkt en het ook heel leuk is dat je baby nu met jullie aan tafel mee-eet, heeft het ook nut voor de ontwikkeling van je kleintje. Door je kindje zelf hapjes te laten eten, leert hij kauwen, wat nodig is om zelfstandig te kunnen eten. Ook is het goed voor zijn motorische ontwikkeling.
Daarnaast ontdekt hij allerlei structuren en smaken van eten. Als je je baby kennis laat maken met verschillende structuren en smaken, leg je een goede basis voor later.
Finger foods oppakken
Om zijn hapjes te kunnen eten, moet je kleintje het eerst oppakken. Hij moet het hapje in zijn handen zien te krijgen, het naar zijn mond brengen, en dan het ook nog eens ín zijn mond stoppen. Dat vraagt om een hoop coördinatie, waarvoor je baby flink moet oefenen. Er zal geregeld eten in zijn haren of op de grond belanden in plaats van in zijn mond.
In het begin zal je baby iets met zijn hele handje proberen te grijpen, maar hij zal zijn greep steeds meer verfijnen, totdat hij alles kan vastpakken tussen duim en wijsvinger (de ‘pincetgreep‘).
Alle hapjes die je baby krijgt voorgeschoteld zijn nieuw voor hem en dus reuze interessant. Waarschijnlijk komt niet alles meteen netjes in zijn mond terecht, maar zal hij het eten ook grondig onderzoeken met zijn handen. Splash, daar gaat het stuk cherrytomaat… Bereid je maar voor op een grote kliederboel!
Happen, kauwen en slikken
Het eten van vast voedsel is voor je baby een hele stap. Hij is gewend om te zuigen en moet nu ineens happen, kauwen en gecontroleerd slikken. Dit is een proces dat je baby moet ontdekken in zijn eigen tempo. In het begin zullen de hapjes van je baby regelmatig op de grond vallen, omdat het per ongeluk uit zijn mond valt, niet goed gekauwd is of hij het met zijn tong de verkeerde kant op werkt.
Vallen en opstaan
Net als leren lopen, gaat leren eten met vallen en opstaan. Heb geduld en laat je kleintje zelf ontdekken, in zijn eigen tempo. Beloon hem bij elk stapje en moedig hem aan, maar forceer niets: eten moet leuk zijn!
Vervang ook niet al het vaste voedsel door gepureerd voedsel omdat je bang bent dat je kindje te weinig binnenkrijgt: hij moet leren kauwen en dat kan alleen als hij lekker zelf kan aanrommelen met stukjes vast voedsel.
Verslikken en kokhalzen
Als je baby net leert eten, is de kans groot dat hij zich een keer verslikt en kokhalst. Dat is even schrikken, maar het hoort erbij. Dat je kleine kokhalst als het even misgaat, is eigenlijk een goed teken: het betekent dat zijn kokhalsreflex goed werkt. Je baby leert om het voedsel achter uit zijn keel naar voren te duwen om te voorkomen dat het in zijn keel schiet. Deze reflex voorkomt dus juist dat je kindje stikt.
Lekkere finger foods recepten
Op zoek naar inspiratie? Hieronder 3 leuke, makkelijke recepten:
Vanaf 6 maanden: eenvoudige haverkoekjes met appel
Voor 30 koekjes heb je nodig:
- 150 gram havervlokken
- 250 gram ongezoete appelmoes
Verwarm de oven voor op 160 graden. Meng de havervlokken met de appelmoes. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg er op enige afstand van elkaar hoopjes van het havermengsel op. Bak de koekjes 15 tot 20 minuten.
Vanaf 7 maanden: broccoli-rijstballetjes
Voor 12 tot 15 balletjes heb je nodig:
- 30 gram rondkorrelige rijst
- 100 gram broccoli
- 1 theelepel koolzaadolie
- 2 eetlepels sinaasappelsap
Kook de rijst 20 minuten in de dubbele hoeveelheid water, tot de rijst heel zacht is en het water geabsorbeerd is. Maak ondertussen de broccoli schoon en snijd hem klein. Kook hem ongeveer 10 minuten in weinig water, tot hij zacht is.
Prak de gekookte broccoli fijn en meng hem met de rijst, koolzaadolie en het sinaasappelsap. Vorm er met vochtige handen balletjes van.
Vanaf 10 maanden: griesmeelrepen
Voor 2 tot 3 porties heb je nodig:
- 250 milliliter volle melk
- 100 gram volkorengriesmeel
- 1 ei
- Boter, voor het bakken
Breng de melk aan de kook en roer er met een garde het griesmeel door. Breng het geheel nogmaals aan de kook, zet het vuur uit en laat het griesmeel 5 minuten wellen.
Roer geregeld. Roer na de 5 minuten het ei erdoorheen.
Maak een bakplaat vochtig met water, strijk de pap erover uit en laat hem opstijven. Snijd het mengsel in repen en bak ze in een koekenpan met boter aan beide kanten goudbruin. Laat ze iets afkoelen.