Hypospadie: plasproblemen bij je kindje
Als de opening van de plasbuis zich niet op de top van de eikel bevindt, is er sprake van een hypospadie. Hierdoor kan je zoontje plasproblemen krijgen bij staand plassen. Met een operatie kan dit worden gecorrigeerd. Hoe gaat die behandeling precies in zijn werk en waar kan je op letten?
Wat is een hypospadie?
Hypospadie is een aangeboren afwijking van de penis, waarbij de plasbuis verkort is. Hij mondt dan niet uit bij de top van de eikel, zoals normaal het geval is, maar aan de onderzijde van de penis. Daarnaast is de voorhuid vaak niet gesloten, maar gespleten. De aandoening is onschuldig, maar kan later wel problemen geven bij staand plassen, erecties en zaadlozingen. Ongeveer 1 op de 2000-3000 jongens wordt geboren met een hypospadie.
Als de opening van de plasbuis zich laag op de penis bevindt, kan een kromstand ontstaan. Hoe dichter bij de balzak de plasbuis uitkomt, hoe groter de kans op een de kromstand. Deze kromming wordt veroorzaakt door littekenachtig weefsel in de penis.
In extreme gevallen kan een hypospadie het lastig maken om bij de geboorte het geslacht van je kindje te bepalen. Dit is echter zeldzaam. Meestal is er sprake van milde tot matige hypospadie. Hierbij is wel meteen duidelijk dat je baby een jongen is.
Hoe ontstaat een hypospadie?
Een hypospadie ontstaat als je baby tijdens het eerste trimester van je zwangerschap te weinig testosteron heeft gekregen. Hoe dit komt, is meestal niet duidelijk.
Een laag geboortegewicht of blootstelling van de moeder aan bepaalde chemische stoffen kan het risico vergroten. Bij 10-20 procent van de kinderen is er sprake van een erfelijke factor: de afwijking komt dan bij meer mannen in de familie voor.
Symptomen en diagnose
Omdat de aandoening gemakkelijk te herkennen is, duurt het meestal niet lang om een diagnose te stellen. Je kindje heeft geen pijn door de hypospadie, maar kan wel klachten ervaren. De meest voorkomende problemen zijn:
- Afwijkende locatie van het plasgaatje
- Geen controle over de plasstraal, waardoor hij moeite heeft met staand plassen
- Kromstand van de penis, wat tot erectieproblemen kan leiden
- Zaadlozing is niet mogelijk of moeizaam
- Uiterlijke afwijkingen, waardoor je kind later onzeker kan zijn
Behandeling hypospadie
Bij een milde hypospadie hoeft er niet altijd ingegrepen te worden. In alle andere gevallen is een operatie aan te raden. Het doel van deze operatie is om de penis goed te laten functioneren. Dat houdt in: goed staand kunnen plassen, een rechte erectie krijgen en een zaadlozing mogelijk maken.
Daarnaast wordt gekeken naar het cosmetische aspect. Eventueel kan er worden gekozen voor een besnijdenis tijdens de operatie, maar dit is over het algemeen niet medisch noodzakelijk. Soms is de voorhuid nodig om de plasbuis te kunnen verlengen.
Bij voorkeur vindt de operatie plaats als je kindje tussen de 9 en 18 maanden oud is. Voor die tijd groeit de penis nog erg hard, wat het herstel kan tegenwerken.
Op latere leeftijd is de kans op nare herinneringen aan de operatie of het besef dat er iets ‘mis’ is aanwezig. In overleg kan de operatie echter wel op latere leeftijd worden uitgevoerd. Na afloop van de ingreep blijft je kindje één tot vier dagen in het ziekenhuis.
Hoe gaat de operatie in zijn werk?
Tijdens de operatie maakt de chirurg de plasbuis opnieuw vast in de eikel. Dit doet hij door de urinebuis te verlengen, meestal met behulp van de voorhuid. Daarnaast wordt een eventuele kromstand verholpen en wordt de voorhuid gesloten. In sommige gevallen is een tweede operatie nodig, bijvoorbeeld als de hypospadie zich erg laag op de penis bevindt.
Na de behandeling
Zoals bij elke operatie, kunnen er klachten en complicaties optreden als gevolg van de behandeling van een hypospadie. De kans hierop is kleiner als de behandeling op jonge leeftijd wordt uitgevoerd. In de meeste gevallen zijn de gevolgen beperkt en heeft je kindje vooral baat bij de ingreep. De volgende problemen kunnen optreden:
Op korte termijn (binnen 6 weken na de ingreep)
- Een nabloeding van de operatiewond
- Koorts
- Een infectie van de operatiewond
- Blaaskrampen door de katheter die tijdens en na de operatie nodig is
- Lusteloosheid en veel slapen
- De penis heeft een blauwe of paarse kleur
- Pijn of irritatie aan het geopereerde gebied. Je kan hiervoor een zetpil met paracetamol geven.
Op langere termijn
- Het ontstaan van een fistel, een extra plasgaatje. Hierbij is vaak een extra operatie nodig.
- Psychische gevolgen en onzekerheid over het geslachtsorgaan.
- Verkleuring of uiterlijke afwijkingen rondom de eikel.
- Vernauwing van de plasbuis door littekenweefsel
Waar moet je op letten na de operatie?
Na de operatie krijg je instructies van een verpleegkundige en een uroloog over de verzorging van je zoontje. Doorgaans wordt er een katheter geplaatst, die enkele dagen tot weken na de ingreep moet blijven zitten. Zo kan de penis rustig genezen. Het is goed om alert te zijn op mogelijke complicaties. Hier kan je op letten:
- Tekenen van een infectie. Krijgt je kindje hoge koorts, komt er pus uit de wond of ziet deze er rood en onfris uit? Dan is er mogelijk sprake van een infectie. Neem in dat geval contact op met je huisarts of de uroloog.
- Nabloedingen van de operatiewond. Het is normaal als er een paar druppels bloed vrijkomen uit de wond. Als je kleine meer bloed verliest, kan er sprake zijn van een nabloeding. Wanneer je dit vermoedt, kan je het beste direct de dienstdoende uroloog raadplegen.
- Extra hygiënische maatregelen. Meestal mag je zoontje niet direct in bad, maar als het verband eraf is, kan hij al wel kort onder de douche. Zo kan je de wond regelmatig schoonspoelen en voorkom je dat er bacteriën in komen.
- De luier vaker verschonen dan normaal. Om infecties voor te zijn, is het raadzaam om wat vaker de luier van je kleine te verschonen. Op die manier voorkom je dat er ontlasting bij de wond kan komen. Probeer daarom ook te zorgen dat de penis omhoog wijst voor je de luier aantrekt.
- Het ontstaan van fistels. Enige tijd na de operatie, als het verband is verwijderd en je kindje weer zonder katheter plast, kan je merken dat er een extra straal ontstaat. Dit kan wijzen op een fistel, een extra opening van de urinebuis. Neem contact op met je huisarts als je vermoed dat er een fistel is ontstaan.
- De handjes van je kind weghouden bij de wond. Dit kan je onder meer doen door hem ’s nachts in een slaapzak te laten slapen. Hierdoor kan hij niet bij de wond komen en zo bacteriën verspreiden.