Breath-holding spells: een eng, maar onschuldig verschijnsel
Tijdens een breath-holding spell houdt je kind zijn adem in, waardoor hij kan flauwvallen. Dit ziet er eng uit, maar is gelukkig niet gevaarlijk. Wat is de oorzaak van breath-holding spells en wat kan je doen wanneer je kind een aanval krijgt?
Wat zijn breath-holding spells?
Een breath-holding spell is een aanval waarbij je kind onvrijwillig zijn adem inhoudt tijdens een uitademing. Letterlijk vertaald betekent het ‘een korte periode van adem inhouden’. Ongeveer 5% van de kinderen heeft er weleens last van.
Tijdens een aanval loopt je kind blauw aan of wordt hij bleek. Ook draaien zijn ogen weg en soms schokken zijn armen en benen. Hij kan vervolgens slap of stijf worden en flauwvallen. Na een paar seconden tot maximaal een paar minuten komt je kind weer bij. Sommige kinderen vallen na een aanval in slaap, om na ongeveer een uur wakker te worden.
Breath-holding spells kunnen vanaf de geboorte voorkomen. Meestal beginnen de aanvallen vanaf ongeveer 6 maanden. De meeste aanvallen komen voor bij kinderen van 1 à 2 jaar oud. Vanaf het derde levensjaar treden de klachten steeds minder vaak op. Bij 90% van de kinderen met breath-holding spells zijn de aanvallen verdwenen als ze zes jaar oud zijn.
Wat is de oorzaak van breath-holding spells?
Heeft je kind last van breath-holding spells? Vaak is er een duidelijke aanleiding voor het ontstaan ervan aan te wijzen. Meestal is een hevige emotie als boosheid, verdriet of angst de reden.
Je kleine gaat hard huilen, loopt rood aan en vergeet daarbij te ademhalen. Hij houdt onvrijwillig zijn adem in, waardoor de hoeveelheid zuurstof zijn bloed afneemt. De huid van je kind kleurt hierdoor blauw. Zijn hersenen krijgen tijdelijk minder zuurstof toegevoerd, wat tot flauwvallen kan leiden. Als je kind buiten bewustzijn raakt, kan hij zijn adem niet meer inhouden. Hij ademt weer, zijn zuurstofgehalte gaat omhoog en hij komt bij.
IJzertekort speelt mogelijk een rol in het optreden van breath-holding spells. Verschillende onderzoeken laten zien dat bij meer dan de helft van de gevallen sprake is van bloedarmoede door een tekort aan ijzer in het bloed. Dit tekort beïnvloedt mogelijk het zenuwstelsel, wat de kans op breath-holding spells vergroot. Extra ijzer kan in dit geval de kans op aanvallen verkleinen.
White breath-holding spell
Bij een white breath-holding spell is niet een huilbui, maar pijn, angst of schrik de aanleiding voor een aanval. Stoot je kind zijn hoofd, of maakt hij een flinke smak? Dan zorgt dit voor prikkeling van een hersenzenuw, de nervus vagus. Wanneer deze zenuw geprikkeld wordt, verlaagt deze de hartslag en bloeddruk.
Heeft je kind een overgevoelige nervus vagus? Prikkeling van de zenuw kan dan zorgen voor een te trage hartslag en een te lage bloeddruk. Hierdoor krijgen de hersenen van je kind te weinig bloed. Hij wordt bleek (vandaar de naam white breath-holding spell) en valt flauw.
Het verschil met een ‘normale’ breath-holding spell is dat je kind bij deze variant niet of slechts even huilt. Daarnaast valt hij vrijwel meteen na de pijn of het schrikmoment flauw.
Zijn breath-holding spells gevaarlijk?
Een breath-holding spell kan er eng uit zien. Je kind wordt blauw of bleek en valt flauw. Toch is er geen reden om je zorgen te maken wanneer je kind een aanval krijgt. De aanval is na enkele seconden tot maximaal een paar minuten over. Omdat het zo kort duurt, kan er geen hersenschade door ontstaan.
Breath holding spells staan niet in verband met epilepsie, wat weleens gedacht wordt. Ook hebben ze geen negatieve invloed op de groei en ontwikkeling van je kleine. Je kind ondervindt geen schade van de aanvallen en groeit er vanzelf overheen.
Wanneer contact opnemen met de huisarts?
Breath-holding spells zijn niet gevaarlijk en gaan vanzelf over. Toch is het bij een aanval goed om een ernstige oorzaak zoals epilepsie of een hartaandoening uit te sluiten. Neem daarom in onderstaande gevallen contact op met je huisarts. Deze kan onderzoeken wat er aan de hand is.
- Je kind stopt met ademhalen en wordt blauw of bleek
- Hij heeft ademhalingsproblemen en wordt slap of stijf
- Je kind valt flauw en heeft dit nog niet eerder gedaan
Zijn breath-holding spells erfelijk?
Breath-holding spells lijken erfelijk te zijn. Bij ongeveer 25% van de kinderen met aanvallen komt het verschijnsel in de familie voor. Is dit bij jullie het geval en had jij of je partner er als kind last van? Dan heeft je kind 50% kans om ook last van deze aanvallen te krijgen.
Wat te doen bij breath-holding spells?
Wanneer je kind een aanval krijgt, kan dat erg schrikken zijn voor jou. Toch is het belangrijk dat je rustig blijft en niet in paniek raakt. Paniek kan overslaan op je kind, wat de aanval erger maakt. Krijgt je kind een breath-holding spell? Doe dan het volgende:
- Leg je kind in een liggende houding. Zo voorkom je dat hij valt. Daarnaast zorgt dit ervoor dat het bloed beter naar zijn hoofd kan stromen.
- Voorkom dat je kleine zich kan bezeren. Maak knellende kleding los en zorg ervoor dat je kind niets in zijn mond heeft.
- Laat je kind niet schrikken en dien hem geen pijnprikkel toe. Wanneer je kind buiten bewustzijn is, lijkt het misschien een goed idee om hem te laten schrikken door bijvoorbeeld koud water in zijn gezicht te gooien. Dit kan echter een nieuwe aanval veroorzaken. Schud je kind nooit. Dit kan leiden tot het Shaken Baby Syndroom.
- Laat het ijzergehalte van je kind controleren. Bij veel kinderen die last hebben van breath-holding spells blijkt sprake te zijn van een ijzertekort. Door dit te laten onderzoeken, kan blijken of je kleine extra ijzer nodig heeft.
- Licht het kinderdagverblijf in. Heeft je kind last van breath-holding spells? Dan is het goed om het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal, grootouders of andere verzorgers in te lichten. Zij weten dan wat ze kunnen verwachten en wat ze in het geval van een aanval kunnen doen.
- Laat je niet beïnvloeden door de aanvallen. Het kan misschien verleidelijk zijn om conflicten en driftbuien te vermijden, in de hoop nieuwe aanvallen te voorkomen. Doe dit niet en geef je kind niet eerder zijn zin dan voorheen. Wanneer je kind merkt dat de aanvallen hem iets opleveren, kan hij ze uitlokken en gebruiken om aandacht of zijn zin te krijgen. Probeer een driftbui liever te voorkomen door humor, begrip of afleiding.
- Praat erover, maar maak het niet groter dan het is. Merk je dat de aanvallen je kind angstig maken en dat hij behoefte heeft om erover te praten? Doe dit dan, maar maak het niet groter dan het is. Maak je kind duidelijk dat het niet iets ernstigs is en dat de aanvallen vanzelf overgaan.