Zo ga je om met de driftbuien van je peuter
Iedere peuterouder overkomt het: Je kind probeert duidelijk te maken dat hij iets wil, wat op dat moment van jou niet mag. Je kind raakt gefrustreerd en gaat schreeuwen en stampvoeten. Daar is de driftbui. Hoe ga je ermee om? En wat kan je doen om driftbuien bij je peuter te voorkomen?
Wat is een driftbui?
De belevingswereld van je kind verandert na de eerste verjaardag enorm. Waar je eerst een rustige baby had, wil je kind nu vooral dingen zelf doen. Je peuter wil zelfstandig worden en wil zichzelf en de wereld ontdekken. Dat gebeurt door op onderzoek uit te gaan en grenzen op te zoeken. Dit kan samengaan met frustratie die over kan gaan in een driftbui: een heftige woede-uitbarsting die meestal kort duurt. Driftbuien komen voor in de leeftijd tussen anderhalf en 4 jaar. Dit is de periode die ook wel de ‘peuterpuberteit’ wordt genoemd.
Geen ‘gewone’ boosheid
Je herkent een driftbui aan hele erge boosheid waar je peuter niet zelf uit kan komen. Je peuter gaat niet in een hoekje staan mokken, maar begint heel hard te huilen of te schreeuwen. Ook stampvoeten, slaan, bijten, krabben en spullen kapot maken kunnen passen bij van een driftbui. Voor je peuter gebeurt er iets waardoor zijn hele wereld instort. Wat voor jou onbelangrijk voelt, is voor je kind enorm. Je peuter voelt op dat moment onmacht en weet daardoor niet hoe hij zich moet uiten.
Waarom krijgt een peuter driftbuien?
Schrik niet als je kind een driftbui krijgt. Dit is heel normaal, het hoort bij de emotionele ontwikkeling. Dreumesen, peuters en kleuters zijn bezig de wereld te ontdekken. Ze verleggen constant hun grenzen, ontdekken zichzelf en willen steeds meer zelf doen. Als er iets niet lukt, kan je kind boos worden of zich niet gehoord voelen.
De hersenen van je peuter zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld om dit soort grote emoties te kunnen verwerken. Ook de woordenschat en de spraak zijn aan het begin van de peutertijd soms nog niet goed genoeg. Je kind kan nog geen woorden geven aan gevoelens, en daarom is de reactie boosheid.
Toch kan een kind van 2.5 of 3 jaar oud vaak goed duidelijk maken wat er speelt. Hier moet je peuter wel even de ruimte voor krijgen. Gebeurt dit niet of wordt er niet geluisterd? Dan voelt je kind zich niet gehoord en kan er een driftbui ontstaat.
Voorbeeld
Dit gebeurt bijvoorbeeld als jouw plan niet ‘matcht’ met dat van je kind. Stel jij hebt bedacht om naar de speeltuin te gaan, maar je kind zit net lekker te spelen. Als je kind zegt ‘ik wil spelen’, geeft hij duidelijk aan wat hij wil. Zet jij toch je plan door, dan voelt je peuter zich niet serieus genomen en wordt boos.
Beter is om te benoemen wat je kind voelt: ‘Ben je nog zo fijn aan het spelen?’ En daarna een voorstel te doen: ‘Ik snap het, wat zullen we nog afmaken voor we gaan?’ Of je kan ervoor kiezen om je peuter nog tien minuten te laten spelen en dan te gaan. Op deze manieren voelt je kind zich gehoord en zal makkelijke meegaan.
Jouw kind is dus niet anders of agressiever dan andere kinderen. Het ene kind krijgt wel vaker driftbuien dan het andere kind. Dit kan met het temperament van je kind te maken hebben. Het kan ook te maken hebben met de begeleiding die je als ouder geeft om te leren omgaan met lastige emoties. Ook zijn er bepaalde ‘triggers’ die driftbuien kunnen uitlokken. Stress, vermoeidheid, honger en angst kunnen ervoor zorgen dat je peuter extremer reageert dan normaal.
Omgaan met driftbuien
Het is begrijpelijk en zelfs logisch dat je als ouder geïrriteerd reageert op een boos kind. Toch maakt dit de situatie vaak niet beter: je peuter voelt zich niet serieus genomen en wordt dan nog bozer. Je kunt het beter maar laten gebeuren.
Een peuter heeft het nodig om zich af en toe overstuur en hulpeloos te voelen zonder dat ouders daar een oordeel over hebben. Die ervaring is belangrijk voor het gevoel van veiligheid. Het mag gebeuren. Hoe moeilijk het dus ook is: word niet boos en luister naar je kind. Zorg dat je er voor je peuter bent en negeer de blikken van andere mensen.
Een andere mogelijkheid is om het gevoel van je peuter te benoemen, hij voelt zich dan begrepen. Probeer uit wat voor jouw kind het beste werkt en houd deze aanpak vast.
Driftbuien voorkomen
Je peuter krijgt een driftbui omdat hij zich machteloos of niet gehoord voelt. Als je peuter beter weet waar hij aan toe is, zal hij minder snel driftig worden. Je kan dus zelf heel wat doen om een driftbui te voorkomen:
Zorg voor zoveel mogelijk rust en regelmaat
Laat de dagen ongeveer hetzelfde verlopen. Ga bijvoorbeeld ’s ochtends iets leuks doen en blijf ’s middags thuis. Plan je activiteiten om vaste eet- en bedtijden heen en let erop dat je peuter niet te veel prikkels krijgt. Ga boodschappen doen als hij uitgerust is en heeft gegeten. Met een moe en hongerig kind door de supermarkt lopen is geen goed idee.
Laat je peuter vrij
In de peuterpuberteit probeert een peuter zichzelf en de wereld te ontdekken. Dit kan alleen door op onderzoek te gaan. Laat je peuter dus ook vrij om dingen zelf uit te zoeken en te doen.
Doe samen klusjes met je peuter.
Laat je peuter helpen bij de dagelijkse dingen die moeten gebeuren. Peuters doen dit graag, dus maak daar gebruik van. Je kind vindt zichzelf al heel groot en door taken te geven, laat je merken dat jij dit ook vindt. Dit is goed voor het zelfvertrouwen en hierdoor voelt je kind zich serieus genomen. Daardoor wordt je peuter op andere momenten minder snel boos.
Weet wat je belangrijk vindt en pick your battles
Daag jezelf uit om niet overal iets van te vinden of om niet alles op jouw manier te doen. Als je kind met laarzen naar buiten wil, terwijl het buiten warm is.. hoe erg is dat dan?
Tips bij driftbuien
Natuurlijk lukt het niet altijd om een driftbui voor te zijn. Op momenten dat je peuter toch kwaad wordt, kan je het beste het volgende doen:
- Word niet boos. Voel je ook niet persoonlijk aangevallen tijdens een driftbui. Vertel je kind op een vriendelijke en rustige manier dat hij iets niet mag.
- Onthoud dat je peuter dit niet doet om jou te pesten. Je peuter is bezig zichzelf te ontdekken en moet nog leren met emoties om te gaan.
- Ga niet onderhandelen, dit helpt je peuter niet. Als je gezegd hebt dat iets niet mag, houd hier dan aan vast. Door duidelijk te zijn, weet je kind precies waar hij aan toe is.
- Probeer er voor je kind te zijn. Kijk wat je kind nodig heeft en vraag dit aan oudere kindjes. Zij kunnen dit zelf vaak goed aangeven.
- Maak verschil tussen gedrag en gevoel. Het is oké dat je peuter boos is, maar hij mag niet slaan of schoppen.
- Wees extra lief voor je kind. Je peuter kan er weinig aan doen dat er een driftbui ontstaat. Het is voor je kind ook vervelend. Knuffel je kind en kom niet meer terug op de woedeaanval. Leid hem af met speelgoed of ga samen iets leuks doen.
- Geef steun bij teleurstelling. Als je kind heel verdrietig is omdat iets niet mag, kan jij er toch voor je kind zijn en troost geven. Je kan grenzen geven én troosten tegelijk. Deze twee dingen staan los van elkaar.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app