Zes redenen waarom baby’s oprecht kleine wondertjes zijn

1. Ze kunnen goed en slecht onderscheiden

Op Yale University is onderzoek gedaan naar het vermogen van een baby om goed van slecht te onderscheiden. Het resultaat? Over het algemeen zijn baby’s heel goed in staat om het verschil te zien.

Met een poppenspel werd een verhaaltje uitgebeeld. Een kat probeerde een doos open te krijgen. Een konijntje in groen t-shirt komt voorbij en helpt de kat. Bij een tweede poppenspel draagt een konijntje een oranje t-shirt en slaat de doos dicht, om vervolgens weg te rennen. 80% van de baby’s jonger dan 24 maanden gaven duidelijk aan voorkeur te hebben voor het konijntje met het groene t-shirt, dat goed gedrag vertoonde.

2. Ze kunnen vanaf de geboorte vreemde talen herkennen

Onderzoekers in Zweden en Washington hebben de reactie van pasgeboren baby’s op vreemde talen gemeten door een speen aan een monitor te koppelen. Bij het horen van een vreemde taal zogen de baby’s langer aan de speen, dan wanneer ze de taal hoorden die de moeder spreekt. Die hebben ze namelijk in de baarmoeder veel gehoord.

3. Ze begrijpen elkaars gevoelens

In een onderzoek van Brigham Young University werden baby’s van 3,5 en 5 maanden oud voor twee beeldschermen gezet. Op het ene beeldscherm werd een video van een vrolijke baby afgespeeld. Op het andere beeldscherm werd een video van een verdrietige baby afgespeeld.

Als vervolgens het geluid van de vrolijke baby werd aangezet, keerden de baby’s van 5 maanden oud zich naar het beeldscherm met de vrolijke baby. Als het geluid van de verdrietige baby werd afgespeeld keerden ze zich naar de verdrietige baby. De baby’s van 3,5 maanden oud waren hier minder goed in.

4. Ze kunnen zich bewust inhouden

Tijdens een onderzoek naar kinderen van 15 maanden oud liet een volwassene verschillende speeltjes die geluid maakten aan de kinderen zien. Een tweede volwassene kwam dan de kamer binnen en werd boos op de ander omdat hij zo’n herrie maakte. Voor één groep kinderen vertrok de tweede volwassene, voor de andere groep bleef hij achter om te kijken.

Het blijkt dat de kinderen niet aarzelden om met het speelgoed te spelen als de boze volwassene vertrok, maar als hij bleef kijken, wachtten ze om het speelgoed op te pakken. Wanneer ze het dan wel pakten, speelden ze er anders mee dan de eerste volwassene had laten zien. Ze houden zich dus bewust in om te voorkomen dat de tweede volwassene boos zou worden.

5. Ze kunnen gebarentaal leren

Hoewel baby’s pas met 12 maanden echt hun eerste woordjes gaan zeggen, kunnen ze al veel eerder taal begrijpen. Het blijkt dat ze vanaf 6 maanden oud heel goed kunnen worden in gebarentaal. Daarmee kan je veel makkelijker met je baby communiceren.

6. …En ze kunnen ook liplezen

Als baby’s beginnen te leren hoe ze moeten praten, maken ze veel gebruik van liplezen om klanken en geluiden te leren maken. Een heel jonge baby zal nog veel kijken naar je ogen, maar vanaf 6 maanden gaan baby’s meer naar de mond van een volwassene kijken als ze deze zien en horen praten. Hoe kan je dus het beste je kind leren spreken? Door rustig en duidelijk met hem te praten, zodat hij het kan zien. Voorzeggen is heel nuttig!