De nageboorte: de geboorte van de placenta
De placenta, ook wel moederkoek genoemd, wordt tijdens de zwangerschap in de baarmoeder gevormd. Deze wordt na de geboorte van je kind uitgestoten. Dit wordt ook wel de nageboorte genoemd.
Na de geboorte heeft de placenta geen functie meer. De navelstreng wordt afgeklemd en doorgeknipt, met als gevolg dat de doorbloeding van de placenta stopt. De placenta laat vervolgens de baarmoederwand los, waardoor er een wond in de baarmoeder ontstaat die vanzelf geneest. De wond heeft tot gevolg dat de moeder gedurende een aantal weken bloed verliest. Hiervoor is kraamverband (een soort dik maandverband) verkrijgbaar.
Doorgaans wordt de placenta binnen ongeveer 10 minuten tot een half uur na de geboorte van de baby uitgestoten. De moeder moet nog een aantal keer flink persen voor de nageboorte. Hierna is de bevalling pas afgelopen.
Als de nageboorte niet gebeurt
Soms laat de nageboorte langer op zich wachten. Het uitdrijven van de placenta kan bespoedigd worden door een injectie met het hormoon oxytocine. Ook het zuigen aan de tepel van de moeder door de baby kan de nageboorte op gang brengen. Als de placenta een uur na de geboorte nog niet geboren is, zal deze operatief verwijderd worden.
Ook is het mogelijk dat na de geboorte van de placenta, resten ervan in de baarmoeder achterblijven. Dit heeft tot gevolg dat de baarmoeder niet goed kan samentrekken. De moeder zal hierdoor veel meer bloedverlies hebben dan normaal is na een bevalling. Dit kan kan zeer gevaarlijk voor haar zijn. De placentaresten moeten dan ook zo snel mogelijk (operatief) verwijderd worden.
Wat gebeurt er met de placenta?
In de westerse wereld wordt er meestal voor gekozen om de placenta na de geboorte weg te gooien. Bij een ziekenhuisbevalling zal de placenta dan meegaan met het medisch afval. Als je thuis bevalt zal de verloskundige of kraamverzorgster zorg dragen voor het weggooien ervan.
In sommige culturen is het gebruikelijke de placenta (ritueel) te begraven en bijvoorbeeld op diezelfde plek een boom te planten. Ook wordt de placenta wel opgegeten, vanwege de voedzame stoffen die het bevat of omdat dit geluk zou brengen.
Het is belangrijk om al tijdens je zwangerschap na te denken over wat je met de placenta zou willen doen. Als je niet wilt dat de placenta na de nageboorte wordt weggegooid, is het goed dit van tevoren aan te geven of om dit op te nemen in je geboorteplan. Doe je dit niet, dan loop je het risico dat de placenta wordt weggegooid.